J.H.C. Heijse *Art. in De Gids ARTICLE

Title J.H.C. Heijse *Art. in De Gids
Is same as work J.H.C. Heijse *Art. in De Gids
Author Johan Hermann Christian Heyse
Reference
Place
Date 1882
Quotation
Type ARTICLE
VIAF
Notes ['[p.375]\r\n"Het jonge Mevrouwtje, door de schrijfster van John\r\nHalifax. Uit het Engelsch door C. Baarslag. Amsterdam,\r\nW. H. Kirberger. 1880.\r\n\r\nHector Malot. Alleen op de Wereld, door Gerard\r\nKeiler, 2 dln. \'s Hage, Henri J. Sternberg. 1880.\r\n\r\nDe Sfinx. Een verhaal uit het Hoogduitsch van Friedrich\r\nSpielhagen. Sneek, bij J. F. van Bruten. 1881.\r\n\r\nBrigitta. Eene vertelling naar het Hoogduitsch van\r\nBerthold Auerbach. Sneek, bij J. F. van Bruten. 1881.\r\n\r\nCharles Kingsley noemt "John Halifax", een ander geschrift van\r\nMiss Mulock, een boek "which no woman or man ought to read\r\nwithout being the nobler for it." Deze uitspraak durf ik veilig van\r\ntoepassing verklaren èn op den nieuwen roman der schrijfster van\r\n"John Halifax", welks titel aan het hoofd dezer regelen genoemd werd,\r\nèn op het drietal geschriften, dat ik tegelijkertijd wensch, te bespreken.\r\nDit getuigenis moge niet van elk lid van het viertal in gelijke mate\r\ngelden, zelfs kan het waar zijn, dat de oppervlakkige lezer niet zoo\r\ngaaf medegaat met deze mijne uitspraak, toch durf ik ze zonder\r\n\r\n[p.376]\r\naarzeling volhouden, en houd mij — wat meer zegt — volkomen\r\novertuigd, dat niemand bij nader inzien hare juistheid betwisten zal.\r\nWij hebben hier voortbrengselen uit de letterkunde der drie volken,\r\nwier taal het best bij ons bekend is. In aanmerking genomen\r\nhet heir van romans, dat van Franschen, Duitschen en Engelschen\r\nbodem ten onzent wordt overgebracht, acht ik het een voorrecht op\r\neen zeker aantal te mogen wijzen, welks verschijning bij ons te\r\nlande inderdaad van harte kan worden toegejuicht. Wat "het jonge\r\nMevrouwtje" aangaat, ik zal volstrekt niet beweren, dat dit laatste\r\nvoortbrengsel der vruchtbare pen van Miss Mulock hare vroegere\r\ngeschriften in de schaduw stelt, of in eenig opzicht, hetzij dan alleen\r\nof met enkele andere romans, in de eerste plaats moet genoemd\r\nworden. Integendeel, als ik mij onledig wilde houden met schiften\r\nen keuren, dan zou de eerepalm niet juist aan dezen arbeid van\r\nMiss Mulock behooren toegekend te worden. Wel echter durf ik\r\nzeggen, dat ook door dit boek de schrijfster haren goeden naam\r\nhandhaaft en recht wedervaren laat aan hen, die haar eigenaardige\r\ngaven en talenten toekennen. Ook hier bewijst zij scherpzinnig te\r\nzijn in het ontleden van karakters en een diepen blik te hebben\r\ngeslagen in het menschelijk hart. Wederom zoekt men ook in dit\r\ngeschrift niet te vergeefs naar menschkundige, fijne opmerkingen,\r\ndie tot nadenken stemmen en het hart weldadig aandoen. Zij\r\nwekt sympathie voor hare geliefkoosde personen, zoo mannen als\r\nvrouwen, en wel — om dit aanstonds daarbij te voegen — eene\r\nbijzondere, eene geheel eeaige sympathie. Die ingenomenheid is\r\ngeene vluchtige opwelling, zij is oneindig meer dan eene gevoelsaandoening,\r\nwant zij treft ons zieleleven zoo diep, dat zij van bewondering\r\ntot navolging opwekt, en indien daarvan niets blijkt in\r\nons eigen leven, dan is dat waarlijk niet te wijten aan Miss Mulock,\r\ndie, gelukkig zonder ooit als zedepreekster op te treden, toch door\r\nhare kunst de betere gevoelens in ons binnenste niet alleen wil\r\nwekken, maar ook tracht te doen omzetten in daden.\r\nWat Charles Kingsley van haren "John Halifax" getuigt: "a book\r\nwhich did me goad when first I read it; which ought to do\r\nyoung man good who will read it, and then try to be, like\r\nJohn Halifax, a gentleman, whether in the shop, the counting house\r\nor the manufaetory," geldt in zekere mate van al hare geschriften.\r\nHet zijn althans boeken, die weldadig aandoen onder het lezen: men\r\n\r\n[p.377]\r\nontmoet steeds personen, die ons aansporen, ook zoo waarachtig nobel\r\nte zijn als zij of hij, dien de scheppingskracht dezer schrijfster in\r\nhet aanzijn riep.\r\nBeiden, de held en de heldin van dat boek — want er is ook\r\neen held, schoon de titel dat niet zou doen vermoeden — zijn\r\naantrekkelijke persoonlijkheden, die door Miss Mulock met groote\r\nvoorliefde geteekend werden en al aanstonds bij de kennismaking\r\nonze sympathie winnen. Van den held geldt, wat men in Engeland\r\nder schrijfster wel eens voor de voeten werpt, dat hare mannen "very\r\nconscientious women in trousers" zijn, hetgeen in mijn oog eigenlijk\r\ngeen verwijt mag heeten. Eoderick Jardine, zoo is zijn naam,\r\nblijkt in alle opzichten een ridderlijk, onzelfzuchtig man te wezen,\r\ndie een hoog ideaal met onwrikbare trouw dient. Zij, die hij vereert\r\nen ten slotte spijt allerlei tegenstand tot zijn levensgezellin kiest,\r\nverdient zijne hulde en liefde in allen deele en beschaamt zijn levensideaal\r\ngeenszins. Een reeks van teleurstellingen is beider deel; zij\r\nhebben een harden levensstrijd te doorworstelen. Voor Eoderick is\r\ndie kamp dubbel zwaar, omdat hij dien voor een goed deel te wijten\r\nheeft aan zijne moeder, die hij innig liefheeft, al is zij ook in\r\ngeenen deele, zooals zijn overleden vader, naar wien hij zich vormde,\r\nhet voorwerp zijner eerbiedige, afgodische bewondering. Doch ook\r\nde jonge vrouw gaat gebukt onder den moeilijken kamp, wijl\r\nzij zich bewust is, dat hij, dien zij zoo innig liefheeft, door haar\r\ntoedoen, zij het ook haars ondanks, vervreemd is van zijne naaste verwanten,\r\nmet name van zijne moeder. Doch hoe ook gebukt onder\r\nen gedrukt door \'s levens zorgen en teleurstellingen, geen van beiden\r\ngaat onder in dien kamp; zij worden gelouterd en gestaald, hetgeen\r\nvooral dan uitkomt, als de nevelen optrekken en de zonnige dagen\r\naanbreken.\r\nLaat mij niet meer daarvan zeggen: men moge het boek zelf ter\r\nhand nemen, waarover niemand zich zal beklagen. Ook de vertaling\r\nis goed geslaagd. De bewerker deed zijnen arbeid zeker met\r\ningenomenheid en blijkt steeds meer, uitnemend daarvoor berekend\r\nte zijn."\r\n\r\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))\r\n\r\nStandardizingsvdfeb14 [test - vorige wel even laten staan]\r\n\r\nAbstract:\r\n-\tYes\r\n\r\nJudgment/evaluation :\r\n-\tPositive \r\no\tPlausibility ? OK\r\no\tMorals ? OK\r\n\r\nReference to good reputation or success already acquired \r\n-\tYes\r\n\r\nAttitude of the critic toward the author:\r\n-\tGalant\r\n\r\nAbout translation:\r\n-\tConsidered good']
comments on work Young Mrs. Jardine
In this reception

No persons found

Via received works
Young Mrs. Jardine Dinah Mulock Craik