*mention in Gesch. der Nederlandsche Letterkunde WORK

Title *mention in Gesch. der Nederlandsche Letterkunde
Is same as work *mention in Gesch. der Nederlandsche Letterkunde
Author W.J.A. Jonckbloet
Reference
Place
Date 1891
Quotation
Type WORK
VIAF
Notes ['mentioned in a note p. 172\n\nWolfs pleasure found in arts are concluded from a verse in this work, mentioned on p.224 and a note:\n[225] \n‘Ik teekende in myn jongen tyd; \n \'k Heb meenig uur \'t Clavier gewyd.’ \n(Winter-Buiten-Leven, bl. 38.)\n\nsomething on her youth concluded from a verse in this work:\n[232]\nMet de dorpelingen, die zij bezocht, hetzij ‘om een praatje,’ of op een ‘warschip;’ voor wie zij naaide en breide, met hen stond zij weldra op den besten voet; zij was, zooals zij zelve zegt 1) , bij hen ‘vry wat in de kas.’\n[note]\n1) Winter-Buitenleven (1775).\n\na long piece on her life concluded from this work on p.243 etc. a.o.:\n[244]\nAls de thee was opgeruimd, het licht ontstoken, ‘het vuur wat aangeboet,’ ging ieder aan zijn werk:\n‘Het groene schermpjen en de kaars \n Staan tusschen onze lessenaars. \n Op tafel ligt een boek of twee. \n Dan is \'t: ‘ik groetje, Dominé.’ \n - ‘Jou ook myn kind, tot hallef tien.’ \n\n[258]\n"Met volle waarheid kon zij zeggen: ‘de natuur is mijne zanggodin;’ en volkomen juist erkent zij 1)\n[note] 1) Beemster-Winter-buitenleven, bl. 68.\n[259]\n ‘Myn vaersen.... \n Er is noch ‘zang’, noch ‘hemelval’, \n Ja! niets ‘hoogdravends’ in te vinden. \n Een kind verstaat al wat ik schryf: \n Zoo spreken dees myn goeie vrinden \n Van myn poëtisch tydverdryf.’']
In this reception

No persons found

Via received works
Beemster-winter-buitenleven Betje Wolff