Notes |
['herdrukt in LFK XV, 83-94 (Praamstra GV 417)\n\np.83\nVaak is de schrijver van een boek (roman of geschiedenis) een belangwekkender persoon dan zijne helden of heldinnen; en bijna altijd is dit het geval, als die schrijver eene schrijfster en het boek haar eersteling is. Hoe vele oefeningen heeft de arme niet moeten doorworstelen, hoe vele teleurstellingen verduren, hoe vele harde waarheden aanhooren, naar hoe vele grooter en kleiner vernederingen zich moeten schikken, eer haar Lief en Leed, afschaduwing van haar eigen leed en haar eigen lief, ten laatste zijne intrede maakte in de kleine wereld voor welke het bestemd was!\n\nVoor een jongeling of jongen man is dit iets anders. [...]\nMaar eene vrouw, eene hollandsche vrouw! Eene vrouw met misschien niet genoeg genie of genoeg betrekkingen om geen oogenblik aan zichzelve of aan haar succès te twijfelen, maar zeker toegerust met meer talent dan noodig is om zonder schroom de minachting of de verontschuldigingen van den populairsten uitgever te mogen trotseren!\n[...]\nAdvertentien in indische dagbladen en nederlandsche tijdschriften, die het verschijnen van Lief en Leed\'s tweeden druk aankondigden, bewijzen dat Christine Muller al die ontmoedigende hindernissen gelukkig te boven gekomen is. En hoe zou zij niet? Niet alleen wordt in haar verhaal geen enkel kwetsend tooneel geschilderd, geen onvoegzame meening voorgedragen, geen ruw woord gebezigd, maar het behelst vele bladzijden die, ook te midden eener minder doodelijke windstilte als tegenwoordig in de hollandsche letteren heerscht, de aandacht des publieks zouden getrokken hebben door hunne frischheid, hunne aanschouwelijkheid, hun zuiver gevoel [*A4/5]; bladzijden welke gepatenteerde recensenten met hoogwijze goedkeuring tot elkander doen zeggen: ‘Cela promet!’ en die, aangenamer en degelijker hulde, aan de grooter schaar van minder pedante lezers en lezeressen een glimlach of een traan ontlokken [*A6/9]. Echter blijf ik er bij dat vooralsnog Christine Muller interessanter is dan haar boek [*J8], en dat de persoon van haar, welke zich achter dien aangenomen naam verbergt, de waarneming krachtiger prikkelt en ruimer beloont dan haar Emma of haar Bruno, haar Céline of haar Sjoerd. \n[...]\nBij al uwe gevolgtrekkingen gaat gij van de onderstelling uit dat Christine, oud of jong, mooi of leelijk, in elk geval eene vrouw, eene dame is. Doch hoe, als de grond uwer hypothesen u ontzonk? als Christine\'s kunst u gefopt had? als de jonge vrouw uit de middenklasse, wier geboorte-akte gij zoo zorgvuldig ligttet, bij nader kennismaking een lid van uw eigen geslacht bleek te zijn? Voor de kennis der nederlandsche zeden, gewoonten, en denkbeelden van 1870, zal een volgend geslacht uit Lief en Leed meer dan één bijdrage kunnen putten; voor den tijdgenoot heeft de kennis der kunstenares tot op dit oogenblik meer waarde dan die van het kunstwerk.\n[...]\n[p.87]\nBuitensporig is het aannemen dier laatste mogelijkheid niet. Zoo eene beroemde engelsche schrijfster onzer dagen, zich achter een manlijk pseudoniem verschuilend, door de grootmeesters der fransche en britsche kritiek, op grond der deugdelijkste inwendige bewijzen, gehouden is kunnen worden voor een anglikaansch geestelijke, gekleed in eene lange zwarte sluitjas en gewapend met eene goudgekopte rotting bij grijzende lokken onder een breedgeranden hoed, - waarom zou, omgekeerd, Christine dan niet het vrouwelijk masker van een ondeugenden Christiaan zijn?.... Doch laten wij dit aan zijne plaats. Christine Muller, die ik aanneem eene vrouw te zijn, is in elk geval eene subjektieve schrijfster, die, zonder regtstreeks te moraliseren of te theologiseren, zonder hare levensbeschouwing aan iemand op te dringen, daarvan nogtans voor niemand een geheim maakt. [*J11]\n[...]\nZal men op grond dier dichterlijke bladzijde Christine Muller de hollandsche Louise Siefert noemen, de tweelingzuster der dichteres van Lyon, wier Rayons Perdus slechts eenige maanden vroeger het licht zagen dan Lief en Leed, en door hunne snelle vermaardheid krachtige afleiding schonken aan een groot verdriet? \n[...]\nOverigens hebben wij er genoeg aan dat de schrijfster van Lief en Leed, met al haar gezond verstand en haar aangeboren rationalisme, toch in den grond der zaak, blijkens hare mystieke antithese der beide wegen, een zuivere type is van haar geslacht.\n[...]\n[p.89]\nDoch van Christine moet ik zeggen dat hare moederlijke vermaningen nogal ontzag inboezemen, en zij uit de volle borst schijnen te komen. [*A8]\n[...]\nWie halverwege het verhaal (II, 52) die lange zinsnede ten einde heeft gebragt, begint met eens adem te halen en legt dan het boek een oogenblik neder. Het is eene zinsnede van stavast, dit is zeker, en een bedeesd man ziet met schichtigen eerbied op naar de vrouw, in staat met één pennestreek zoo vele en zulke gewichtige zaken voor goed in orde te brengen. [*A1]\n[...]\nHet exceptioneel warm, hoopvol, en versterkend gevoel, dat zij beschrijft, is niet zoo zeer de schildering van een staat van zedelijke volkomenheid dien zij zelve reeds bereikt heeft, als van een ideaal waarnaar ook zij, evenals hare heldin, de handen uitstrekt. [*G13]\nZulke vergelijkingen hebben altijd iets dat haar of hem die er het voorwerp van is, verlegen maakt. En hoe zal men bovendien een uit het hollandsch leven gegrepen roman, wiens doorgaande toon die der opgeruimdheid is, wiens knoop in een getemperd optimisme zijne oplossing vindt, waar slechts hier en daar een weemoedige achtergrond doorschemert, of een gesmoorde zucht de effen wateren der alledaagschheid rimpelt, voegzaam in één adem met een bundel elegien noemen, in wier donkeren stroom zich louter treurwilgen en cypressen spiegelen? Hoe zonder onbillijkheid het kunsteloos proza van een lang vertelsel, welks stijl niet meer studie verraadt dan van eene gemiddelde korrektie geëischt wordt, naast de gegraveerde strofen eener dichteres leggen, die bij de beste meesters van een groot volk ijverig school ging? Louise Siefert heeft, alvorens op te treden voor het publiek, van hare binnenkamer een Conservatoire gemaakt, en in de eenzaamheid hooger onderwijs ontvangen in de poëzie. De studeerkamer van Christine Muller is eene huiskamer gebleven, en zij schreef haar roman tusschen een korfje met verstelgoed en de verspreide leerboekjes van jongere broeders en zusters.\n[...]\nMisschien hebben die overwegingen schade gedaan aan Christine\'s succès in den kring der meest ontwikkelden, en heeft zij buiten hare schuld moeten boeten voor het misdrijf, eene streep te zijn door eene van te voren vastgestelde rekening. Die teleurstelling kan echter uit den aard der zaak niet lang duren, en ongetwijfeld zal Christine bij eene volgende gelegenheid hare schade meer dan inhalen."\n\nstandardizingsept12AsK\nJudgment/evaluation :\n-\tNegative about author: "De studeerkamer van Christine Muller is eene huiskamer gebleven, en zij schreef haar roman tusschen een korfje met verstelgoed en de verspreide leerboekjes van jongere broeders en zusters."\n-\tNegative about work\n-\t"... BUT ...": "ongetwijfeld zal Christine bij eene volgende gelegenheid hare schade meer dan inhalen."\n\nTaking the author seriously :\n-\tUse of irony: "Echter blijf ik er bij dat vooralsnog Christine Muller interessanter is dan haar boek, en dat de persoon van haar, welke zich achter dien aangenomen naam verbergt, de waarneming krachtiger prikkelt en ruimer beloont dan haar Emma of haar Bruno, haar Céline of haar Sjoerd."\n\nProviding anecdotes about her :\n-\tBusken Huet comments on Müller\'s use of a pseudonym by summing up possible anecdotes about her life and later dismissing them by stating that she could just as well be a man and we know nothing about her (although he seems to gather a lot of information about her from her novel)\n\nComparisons to/mentions of other women authors :\n-\tIn negative sense (for this author): Louise Siefert: "Louise Siefert heeft, alvorens op te treden voor het publiek, van hare binnenkamer een Conservatoire gemaakt, en in de eenzaamheid hooger onderwijs ontvangen in de poëzie. De studeerkamer van Christine Muller is eene huiskamer gebleven, en zij schreef haar roman tusschen een korfje met verstelgoed en de verspreide leerboekjes van jongere broeders en zusters."\n\nGender: \n-\tCorresponds to female norms (neg.): "Overigens hebben wij er genoeg aan dat de schrijfster van Lief en Leed, met al haar gezond verstand en haar aangeboren rationalisme, toch in den grond der zaak, blijkens hare mystieke antithese der beide wegen, een zuivere type is van haar geslacht."\n\nBeginalinea\'s gaan over wie de schrijfster Muller werkelijk is. (JW)\nVergelijking met andere vrouwelijk auteur (Louise Siefert) (JW)\nCBH']
|