| Notes |
["art. A. Baggerman, 66/8, 77\n\np.29:\nDinsdag 14 Juni [1791]\n[..] het journaal onafgedaan, omdat ik er geen stof toe wist te vinden, waarom Papa mij een brief [uit] Carel Grandisson liet le-/zen, welke mij ten uiterste nuttig was, omdat hij mij leerde dat het geen kunst is zijn ouders gedwongen te gehoorzamen, maar de kinderen moeten er een groot vermaak in vinden alles te doen wat hun ouders gebieden.\n\np.30\nWoensdag 15 Juni [1791]\n[..] heb het weder verbruid door een betoonde onwilligheid over een conjugatie die Papa mij opgaf, omdat ik fout sprak. Bij die gelegendheid zeide Papa dat hij nu begon te geloven dat geen vermaningen meer helpen konden, want dat ik het goed exempel van Car[el] Gr[andis]son van gisterenavond nog levendig in mijne gedachten moest hebben en wilde mij daarom zonder verder te kijven naar Mons[ieur] V.Kuik ten eten zenden [..]\n\np.35\nVrijdag 22 Juli [1791]\nAlleen met Cootje school geweest, omdat Doortke oorpijn had 'twelk mij seer smert. Voorts in goede vergenoeging den dag doorgebragt. [morgenlectuur: bijbel] / [..] En uit Grandisson verdient het gedrag van Willem jegens zijn zusje Annette ook in alles mijne navolging.\n\np.37:\nDonderdag 28 Julij [1791]\nDeze morgen vroeg met de schuit van 8 naar Den Haag gevaren en ten half een terug gewandeld met Papa onder een praatje over het nieuwe boekje van mev[rouw] Cambon De klijne Clarissa, hetwelk wij present gekregen hebben. Evenals Kaler [= Karel] in Grandisson, zoo is Clarissa hier de hooftpersoon in welke zig vereenigen alle die deugden, om welke na te volgen dit boekje ons gegeven is. [..]"]
|