*Art. in De Gids ARTICLE

Title *Art. in De Gids
Is same as work *Art. in De Gids
Author Unknown journalist (to be identified)
Reference
Place
Date 1855
Quotation
Type ARTICLE
VIAF
Notes ["Journalist: M.\n\n[p.658]\n“Rijk en Arm, door Mevrouw Marcet Deventer,\nJ. de Lange. 1854. 88 blz. 60 ets.\n{StaathuisJioudkundig Schoolboekje.)\n\nVoor eenigen tijd klaagde ons eene hoogst beschaafde jonge dame,\nwier verstandelijke gaven door keur van goede en degelijke lectuur\nzeer ontwikkeld waren, dat zij niet dan vergeefsche pogingen gedaan\nhad om eenigzins met de beginselen der staathuishoudkunde bekend\n,te worden, en dat zij, na het lezen of hooren verklaren van eenige\nder grondwaarheden dier wetenschap, later gedurig tot haar leedwezen\nmerkte, dat zij de zaken toch maar niet onthouden of zich duidelijk\nkon blijven voorstellen. Moet de fout aan de wetenschap of\naan de scholieie geweten worden? Wij gelooven aan de eerste, die\nin den vorm, waarin ze in de meeste handboeken gebragt is, alle vereischten\nmist om door vrouwen te worden bestudeerd. Men zegt wel,\ndat bekwame predikanten juist op het oordeel van beschaafde dames\n\nBIBLrOORAPHISCII ALBUM. 659\nover hunne preken grootcn prijs stellen, maar zou dat bij eenc zaak,\ndie zoozeer het gemoedsleven betreft, niet ook veel natuurlijker zijn\ndan bij de economie, tot wier kennis eigenlijk weinig anders dan het\nkoele verstand gevorderd wordt? En is de staathuishoudkunde wel\neene wetenschap die eenige waarde heeft voor het vrouwelijk geslacht?\nWij zouden meenen dat zulks wel degelijk het geval is, vooral\nsedert de philanthropie de vrouwen gebragt heeft op het terrein van\narmverzorging, zoo door het oprigten en besturen van bewaarscholen,\ncrèches, zondagscholen, en wat dies meer zij, als door het bezoeken\nder armen in hunne woningen, om hen door raad en leering op den '\ngoeden weg te brengen. Tot dat praktisch werken wordt meer vereischt\ndan eene Christelijke toespraak. Wie zich bevoegd rekent tot het geven\nvan raad aan de arbeidende klasse in moeijelijkheden, moet\nook eenige kennis hebben van de wetten die de maatschappij regelen\n, want zoo ééne klasse geheel en al van die wetten afhankelijk is,\nhet is die van de arbeiders, die geen ander kapitaal hebben om er van\nte leven, dan ligchamelijke kracht en een weinig kennis hoe die toe\nte passen. Iedere verandering in de uitoefening van het een of ander\nbedrijf wordt dadelijk door den arbeider gevoeld. Wie dus anderen\nleeren wil hoe zich in die omstandigheden te gedragen, moet eerst\nzelf geleerd hebben. Qui veut la tin, veut les moyens.\nNu moge de staathuishoudkunde dor zijn en geheel ongeschikt\nvoor dames-lectuur, zoo als ze te vinden is in de werken der groote\nmannen van dat vak, ze houdt op dat te zijn als men de populaire\nhandelingen nagaat, die niet dan oppervlakkig maar toch grondig genoeg\nvoor het vermelde doel, de hoofdbeginselen der wetenschap blootleggen.\nAlbions dochteren hebben zich daarin waarlijk verdienstelijk\ngemaakt en enkele werkjes van Miss Martineau kunnen, even als hét\nboekje van Mevrouw Marcet, zeer goed tot dat einde strekken. Men\nmoge in het algemeen do vertaling van boeken die populair moeten\nzijn afkeuren, omdat het eerste vereischtc van populaire geschriften\neen zuiver weergeven is van den eigenaardigen maatschappelijken toestand\nvan het volk waarvoor men schrijft, men veroordeele daarom niet alle\ndergelijke pogingen. Met de overzetting van dit boekje inhetNederduitsch\nrekenen wij dat de vertaler een goed werk gedaan hoeft, omdat inhoud\nen vorm van zoo algemeencn aard zijn, dat het zeer goed voor\nverschillende landen kan gebruikt worden. Jammer echter, dat hij de\nuitdrukkingen die bepaald op Engeland van toepassing zijn, niet\neenvoudig verhollandscht heeft; want waarom hij bijv. van banknoten\nvan 10 en 30 pond, in plaats van bankbilletten van ƒ 35 of\nƒ 100 spreekt, begrijpen wij volstrekt niet. Slaafsohheid in vertalen\nmoet vooral bij populaire geschriften vermeden worden.\nHet boekje bevat gesprekken van een meester met zijne leerlingen,\ndie bijna allen tot de arbeidende klasse behooren, en in tegenstelling\nvan de in den laatsten tijd gewone beschouwing door dichters van\n\n660 BIBLIOGKAPHISCII ALBUM.\nrijken en armen als twee elkander bijna vijandige mag ten, wordt hier\njuist alleraardigst aangewezen, hoe de rijken de armen en de armen\nde rijken bepaald noodig hebben, en hoezeer de arbeider tegen zijn\neigenbelang, ja zelfs dwaas handelt, wanneer hij den bemiddelden\ndiens voorregten benijdt. De onderlinge band die tusschen alle leden\nder maatschappij bestaat wordt duidelijk aangetoond, en het nadeel\nklaar voor oogen gesteld, wanneer men dien band wilde verbreken\nof eene algemeene gelijkheid verlangen, omdat gelijkheid armoede\nwordt, terwijl ongelijkheid daarentegen de scherpste prikkel is\ntot arbeid en spaarzaamheid. Het zijn geene abstrakte redeneringen,\nwanneer hier arbeid, winslen, kapitaal, werktuigen, prijs en voortbrenging,\nloon, handel, geld' en banken geleidelijk worden behandeld en\nuitgelegd, maar eenvoudige botoogen, ontwikkeld en verklaard door\nvoorbeelden uit het dagelijksch leven. Enkele punten zouden wij\ngaarne anders zien uitgelegd; maar de meester, die het gebruikt,\nmoet door zijne eigene kennis het onvolledige aanvullen, of het min\njuiste wijzigen. En wie het leest, onbekend zijnde met de staathuishoudkunde,\nzal er geene verkeerde begrippen door krijgen. Wij rekenen\nhet zeer geschikt om door dames te worden gelezen, en dat\nhet door eene vrouw geschreven is, moge bij haar tot aanbeveling\nstrekken. De Heer Mr. W. E. Boer heeft in zijne Huishoudkunde\nin den Praktischen Volks-Almanak van 1855, reeds een begin gemaakt\nom de Hollandsche vrouwen tot het lezen van ligte economische\nlectuur op te wekken. Vooral echter voor armenscholen kan dit\nboekje hoogst nuttig zijn, want wanneer men den knaap reeds jroeg\ninprent, dat rijk en arm noodig is in de maatschappij, en dat de\nrijke door verkwisting even ligt arm kan wolden, als de arme door\nijver en kennis rijk, dan zal het opkomend geslacht vrij wat beter\ntot zedelijkheid en bewaring van rust en orde gedrongen worden, omdat\nhet ziet hoe eigen voordeel daarvan afhangt, dan door strenge\nwetten, krijgsmagt of policie. In volksopvoeding moet men kracht\nzoeken voor de toekomst. Moge de staathuishoudkunde meer en\nmeer op de scholen worden onderwezen; en is eens de grond bij den\nknaap gelegd, dan brengt eigen onderzoek hem wel verder.\nDe uitgever, die zich waarlijk verdienstelijk maakt met het drukken\nvan zoovele staathuishoudkundige geschriften, en dus zoo gunstig\nafsteekt bij zoo velen zijner confraters, wier persen zweten onder een\nvracht van flaauwe en laffe romans, waarmede men ons land waarlijk\noverstroomt, heeft zijne zaak goed begrepen, door op stevig ouderwetsch\npapier, voor den geringen prijs van 60 centen, 88 bladzijden\ngoede lectuur te geven. Zoo is het boekske onder het bereik\nvan alle scholen. Moge Hijk en Arm dan ook in veler handen komen\nen tot zegen gedijen van armen en rijken beide.”\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))"]
comments on work Rich and poor
In this reception

No persons found

Via received works
Rich and poor Jane Marcet