*Mention in Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde WORK

Title *Mention in Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde
Is same as work *Mention in Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde
Author Gerrit Kalff
Reference
Place
Date 1912
Quotation
Type WORK
VIAF
Notes ['[p.293]\n"In Het Huis Lauernesse had Toussaint dan nu gelegenheid, zich zelve te geven in hare overtuigdheid als Christin en hare warme belangstelling in het volksverleden. Hoe heeft zij zich van de haar opgedragen taak gekweten?\n\nDe tijdgenooten bewonderden en genoten den nieuwen roman: reeds in het volgend jaar was een tweede druk noodig, in 1843 door een derden gevolgd en in de zestig jaren na de verschijning van het boek door nog acht andere; het werd vertaald niet alleen in het Duitsch, maar ook in het Engelsch en zelfs in het Fransch.\n\nTot op zekere hoogte kunnen wij die bewondering deelen. Een belangrijk stuk wereldgeschiedenis leverde de stof tot dit verhaal; uit die stof, doorgloeid van het eigen geloof der schrijfster, heeft zij een volheid van leven geschapen die onze aandacht trekt en boeit. De groote strijd tusschen het Protestantisme en Rome is hier belichaamd in tal van goed geteekende karakters: Ottelijne (de jonkvrouw van Lauernesse), Paul, Johanna, Johannes Pistorius, Laurens Cornelisz aan den kant der nieuwe leer; tegenover hen: Aernoud Bakelsze, Donna Teresia en de Dominicanen; tusschen de partijen in: de Vicaris Boudewijn en Aafke, Aernoud\'s zuster. Heeft ook de Hervorming de volle sympathie der afstammelinge van réfugié\'s, zij kan zich toch wel verplaatsen in de eenvoudige Aafke, eerst tot de nieuwe leer geneigd, later weer aangetrokken door het oude geloof; zij durft het - in dien tijd! - betreuren, dat de Hervorming ‘de vereering der jonkvrouwelijke moeder’ heeft weggenomen. Hoe zacht van gemoed ook, zij kiest beslist partij tegen Spanje en Rome; geen wonder dat zij niet hoog loopt met de verdraagzaamheid, waarvan wij slechts lezen: ‘zij heeft bijna zooveel koude als licht; zij is er niet en zij zal er niet zijn, waar warmte is en gloed’. Tal van treffende tooneelen: de verloving op Lauernesse, het sterfbed der weduwe \n\n[p. 294]\nReinierse, de samenkomst van Aernoud en Ottelijne, afgebroken door het woord Inquisiteur - om er slechts een paar te noemen - verhoogen de aantrekkelijkheid van het geheel. De dialoog is niet zelden verdienstelijk; goed ook de archaïstische tint, waarmede de schrijfster - vermoedelijk in navolging van Drost en Potgieter - de taal van hare gesprekken heeft gekleurd.\n\nTegenover die groote deugden staan geen geringe gebreken. De schrijfster beheerscht de stof niet, doch de stof haar; zelve erkent zij dat rondweg midden in haar verhaal (p. 283), al past die openhartigheid daar even weinig als de twijfelingen aangaande de betrouwbaarheid van hare bronnen elders (p. 142). Dat Ottelijne\'s schijndood wat heel romanesk was, besefte Toussaint zelve (p. 432); zwaarder vergrijp echter is, dat zij hoofdstuk XVIII een hoofdstuk noemt ‘dat ook wel overgeslagen kan worden’. Over het algemeen vindt men in Het Huis Lauernesse te vaak uiteenzetting en beschouwing in plaats van uitbeelding door woord en daad. De schrijfster zelve komt op zonderlinge wijze van achter de schermen in den wensch aan het slot van haar werk: ‘dat wij Hervormden rechtvaardiger (mochten zijn) voor de Roomsch-Katholieken’; nergens zóó voor het voetlicht als wanneer zij, van het haardvuur in de zaal van Lauernesse (p. 417) op haar vriend Hasebroek - Jonathan en zijn ‘gloeienden lieveling’ komt *) . Evenals in haar vroeger werk is zij zóó vervuld met de karakters en toestanden harer personages, met de denkbeelden en gevoelens die zij aanhangt of verwerpt, dat er weinig belangstelling overschiet voor de taal, die toch alle aanspraak heeft op de belangstelling en de zorg van den kunstenaar. In de Narede deelt zij haar lezers mede, dat ‘het grootere deel’ van de jaren 1839-\'40 ‘met een ernstig en vlijtig onderzoek van alle bronnen’ werd besteed, ‘het kleinere deel met schrijven’. Het onzuiver Nederlandsch \n *) Zie het stukje De Bibliotheek in Waarheid en Droomen. \n\n[p. 295]\ndezer mededeeling is in overeenstemming met verscheidene andere vergrijpen tegen den aard onzer taal of het taalgebruik. Tegen de zuiverheid van beeldspraak en figuurlijke taal wordt in Lauernesse, naar het schijnt, minder gezondigd dan in de voorgaande werken, maar wij vinden toch ook hier nog beelden als dat van een ‘afgestreden adelaar’ die heul zoekt onder de vleugelen van een trouwe klok (hen).’\n\n \nHet Huis Lauernesse maakte zijn schrijfster niet alleen beroemd, maar ook beter bewust van haar eigenlijk wezen en hare gaven. Juist omstreeks dezen tijd kreeg zij kans, zich zelve nog beter te leeren kennen in den omgang met een man uit wien een echtgenoot kon worden. Maar Geertruida Toussaint en Reinier Bakhuizen van den Brink waren blijkbaar niet voor elkander geschapen. Lichamelijk waren zij al te ongelijk: ‘de kleine sylphe’ - schrijft Van Lennep in 1841 - ‘of aangekleede zenuw, zooals Dr. Willet haar min poëtisch noemt, is mij best bevallen; maar zeker, als zij met Van den Brink binnentreedt, is \'t even als viel zy uit zijn zak.’ Geestelijk schenen zij beter bij elkander te passen: haar vurige dorst naar kennis, haar warme belangstelling in geschiedenis vooral konden rijkelijk bevrediging vinden bij zijn ontzagwekkende geleerdheid, zijn veelomvattend verstand en scherp vernuft; na zijn Leidsche uitspattingen moeten de reinheid en liefelijke zachtheid der begaafde schrijfster hem te meer hebben aangetrokken; maar op den duur ging het toch niet. Ondanks zijn fijn gevoel moet ‘Bakkes’ haar te rauw zijn geweest en wat hij voor haar voelde, bleek slechts platonische liefde. Zoo was het dan voor beiden misschien een uitkomst, dat zijn gedwongen ballingschap in het laatst van 1843 hen scheidde.\n\nOndertusschen was de scheppingsdrang in haar eer versterkt \n\n[p. 296]\ndan verzwakt. Opmerkelijk is het, nategaan hoe haar geest in de acht jaren die volgen op Lauernesse, deels op den ingeslagen weg voortgaat, deels het verleden in nieuwe richtingen verkent. "']
comments on work Het huis Lauernesse
In this reception

No persons found

Via received works
Het huis Lauernesse Anna Louisa Geertruida Toussaint