Notes |
['herdrukt in LFK XV, 95-102 (Praamstra GV 418)\n\np. 96\nAangenomen dat Engeland als het vaderland van den burgerlijken roman moet beschouwd worden, dan komt men tot de volgende klassifikatie: Richardson werd, na de door Walter Scott bezorgde afleiding, opgevolgd door Bulwer, Thackeray, Charlotte Brontë,Miss Mulock, en de schaar begaafde engelsche vrouwen, wier namen men op het omslag van elk nummer der Tauchnitz-Edition vermeld vindt.De traditie van Fielding, die tegen Richardson in verzet kwam, is gedeeltelijk voortgezet door Dickens, hoewel de laatste voor een ander gedeelte bij Victor Hugo en Eugène Sue behoort. Hetzelfde geldt van George Eliot, en in nog sterker mate van Charles Kingsley. Echter komt bij geen dier engelsche schrijvers en schrijfsters het reagerend element sterk uit, vooral het socialistische niet. Als men Byron uitzondert, wortelt de geheele engelsche bellettrie van den nieuweren tijd in den bodem van hetgeen de Engelschen zelf respectability noemen; en die eigenschap is zoo na verwant aan hetgeen wij Hollanders onder burgerlijk verstaan, dat men er als van zelf toe komt den engelschen roman als den type van den burgerlijken aan te merken.\n\nCBH\n\nstandardizingsept12AsK\nJudgment/evaluation :\n-\tPositive about author: Busken Huet places Mulock in the tradition of the bourgeois novel and thus gives her an exemplary position\n\nComparisons to/mentions of other women authors :\n-\tIn positive sense (for both): Other women writers whom Busken Huet considers exemplary of the bourgeois novel tradition: Charlotte Brontë, "a flock of talented English ladies", and George Eliot.\n\nComparisons to/mentions of male authors : \n-\tIn positive sense (for this author): Busken Huet opposes this tradition to the work of Richardson\n-\tIn positive sense (for both): Other male writers whom Busken Huet considers exemplary of the bourgeois novel tradition: Bulwer, Thackeray, Fielding, Dickens, Victor Hugo, Eugène Sue, Kingsley, Byron.']
|