Gesch. der Nederlandsche Letterkunde WORK Netherlands
Title | Gesch. der Nederlandsche Letterkunde |
---|---|
Is same as work | Gesch. der Nederlandsche Letterkunde |
Part of work | |
Author | Gerrit Kalff |
Reference | |
Place | Netherlands |
Date | 1910 |
Quotation | |
Type | WORK |
VIAF | |
Notes | ['V 1910\n[p.480] Van Winter\'s persoonlijkheid wordt een weinigje belangrijker voor ons, doordat hij zich in tweede huwelijk verbonden heeft aan een vriendin zijner eerste vrouw: Lucretia Wilhelmina van Merken (1721-1789), zelve een dichteres die toentertijd grooten naam had. Betje Wolff noemde haar in 1777 ‘de grootste Dichteresse onzes Lands’; de beroemde philoloog Ruhnkenius wenschte haar geluk met ‘dezelve onsterfelijkheid’ als aan Homerus en Virgilius was ten deel gevallen. Die laatste opgeschroefde lof gold Lucretia\'s heldendicht Germanicus (1779), in welks zestien boeken wij grootendeels berijmd proza vinden, slechts hier en daar verlevendigd door een aardig vers of een verdienstelijk staaltje van beschrijvingskunst; de twaalf boeken van haar David (1768) maken vrijwel denzelfden indruk op ons. Over hare rijmbrieven, verjaardichten, lijkdichten enz. mogen wij zwijgen; niet over haar Nut der Tegenspoeden (1762), een berijmd zedekundig vertoog in drie deelen. Dat stuk immers heeft haar naam lang doen leven: de Leidsche juffrouw Vijgh die Lucretia bewonderde, kon het gansche Nut uit het hoofd opzeggen en ook later \n\n[p. 481]\nbleef men het hoog stellen. Wij die liever het sobere hoofdstuk der Imitatio lezen: ‘de Utilitate adversitatis (I, 12) kunnen het tenauwernood poëzie noemen; doch de vrome Lucretia, die zich niet overschatte, gaf het dan ook aan hare medemenschen om hen ‘te vertroosten en te versterken in de rampen van dit leven’; te dien einde had zij - gelijk zij het zelf met een treffend woord noemt - ‘het Nut der Tegenspoeden verhandeld’."\n\n[488]\n"[...] aan Lucretia Wilhelmina van Merken zendt hij [Willem van der Pot] een gedicht aanvangend:\n\n Saffo van ons Nederland, \n Leg uw toetspen uit de hand \n\n[p. 489]\nhet woord toetspen, blijkbaar een vondst van Endeldijk\'s Heer, wordt in een noot aldus toegelicht: ‘zynde haar Ed. toen yverig bezig met het toetsen en beschaven van haren David’."\n\nNJong XCCX Saffo? '] |
No works found
In this reception
comments on person | Lucretia Wilhelmina van Merken |
Via received works
No persons found