| Notes |
['via Basse, p.99\n\n[p. 267] \n"Naast de bewijzen, voor beider gemeenschappelijken arbeid\nin de uitgegeven romans, Sara Burgerhart, Willem Leevend\nen Cornelia Wildschut, moet ik ten slotte het meest klemmende\nontleenen aan het onvoltooide jongste werk: „Geschrift\neener bejaarde vrouw" (1802).\nDat deze uitgaaf — in twee deelen — nog in Trévoux\nondernomen — onafgewerkt bleef, blijkt zoowel uit de laatste\nwoorden van het 2de deel als uit de voor de pers gereed gemaakte\nkopij onder het opschrift //Derde deel/\' dat zeker nog\ndoor een vierde zou gevolgd zijn, waarvoor de stof reeds gedeeltelijk\nwas bewerkt. Het manuscript hiervan berust in de\nBibliotheek van de Maatschappij der Nederlandsche letterkunde\nte Leiden. In dit derde deel komen hoofdstukken voor, die —\nal zijn zij met Betjes hand geschreven — onmiskenbaar door\nhare vriendin gegeven zijn (Betje schreef, zooals ons later\nblijken zal, het geheel over.) Het zijn die, waarin Mietje (de\nhoofdpersoon) hare godsdienstige ontwikkeling teekent, geheel\nonder den invloed der Collegianten.\nDe kinderdoop wordt door haar als onschriftmatig verworpen;\nen den doop bij onderdompeling erkent zij als den eenig\nwaren. Over deze bladzijden gaat het volle licht voor ons op,\nbij de wetenschap dat Aagje Deken, die hare godsdienstige\nopleiding in het weeshuis den Oranjeappel te Amsterdam ontving,\nop achttienjarigen leeftijd te Bijnsburg bij onderdompel\n\n\n268 WOLFF ES DEKEN.\nling gedoopt werd door Agge Iloskam Kool, 23 Aug. 1760.\n(Later kwam zij met bewijs van lidmaatschap over bij de\nDoopsgezinde gemeente bij het Lam, in Amsterdam, waar zij\nden 9den Febr. 1769 als zuster werd ingeschreven.) Maar\nboyendien bevinden zich onder deze handschriften van Aagje\nzelve eenige schetsen, welke alléén passen in het kader van\ngenoemd //Geschrift eener bejaarde vrouw*, onder meer: ff Voorbereiding\ntot mijn lang winterverblijf in de stad" — "Mijne\nwinter stads vermaaklijkheden" (hierin komen dezelfde uit\nBetjes handschrift ons reeds bekende personen voor: Coosje,\nCeetje, Jansje en Julie) — "Eenige jongelingen koomen mijne\nrust verstooren" — »De jongeling mijner verkiezing" — vHet\nonverwacht overlijden van mijnen vader" — ^Rouwbeklag en\nrouwbrieven". Alleropmerkelijkst voor de waarheid, dat toch\ndeze eigenhandige bijdragen van Deken bestemd waren voor\nden gemeenschappelijken arbeid van hare vriendin en haar\nzelve is, dat aan den voet van enkele bladzijden voorkomt:\n"Noot of Aanmerking der Uitgeefster".\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))']
|