| Notes |
['Positive\n\n"Twee vriendinnen, met het hoogste recht onder Nederlands treffende dichteressen gerekend, als die meermaals getoond hebben, dat zij gevoelig en gevoelbaar weten te dichten, geven in deze hare brieven een nieuw bewijs van die bekwaamheid, welke daarin aandoenlijk te bespeuren is. Mejuffrouw [curs]Wolff[curs] het overlijden van den Eerwaarden [curs]Houttuin[curs], leraar onder de doopsgezinden te Hoorn, gestorven in den ouderdom van 76 jaren, een zeer geacht vriend van hare vriendin, verstaan hebbende, vat bij die gelegenheid de pen op, om aan hare vriendin te schrijven. Zij maalt het loflijk karakter van dien Man, die, zo ooit iemand, de achting van allen die hem kenden tot zich trok;[...] Bij eene levendige afmaling van dat karakter, dat haar aanleiding tot verscheiden godsdienstige denkbeelden geeft, waar van zij een welgepast gebruik maakt, laat zij zich bij uitstek, op een gevoelige wijze, uit tot lof der mensenliefde in het algemeen, en der weldadigheid in het bijzonder; een Deugd, die bovenal plaats had, in de overledene; [...] Omtrent veertien dagen na het opstellen van deze brief, overleed haar echtgenoot, de eerwaarde [curs]Wolff[curs], leraar der Hervormde Gemeente in de Beemster, oud zijnde 70 jaren, op het onverwachtste in het holst van de nacht. Zij schreef op hetzelfde ogenblik om zo te spreken de 29ste april, \'s nachts 1 uur 1777, een aandoenlijke brief aan haar vriendin om haar dit sterfgeval te melden en tevens om haar, daar zij zich zonder hulp van maagschap of vrienden bevond, te bewegen, om tot haar over te komen, waarmee zij haar brief besluit [...]\nHaar vriendin naar het schijnt, bezig zijnde met het beantwoorden van de eerstgemelde, ontvangt die laatstgenoemde brief, waar op zij sterk getroffen zijnde, haar antwoord terstond ten einde brengt, [...]\nIn deze brief boezemt Mejuffrouw [curs]Deken[curs] hare aandoeningen voor haar vriendin ten tederste uit; men kan er uit afnemen, dat zij, in vroegere dagen, tegen Mejuffrouw [curs]Wolff[curs] vooringenomen was; maar dat zij haar, door een gemeenzame verkering, haar hoogste achting en hartlijkste vriendschap waardig bevonden heeft [...]\nOnder deze hartlijke betuigingen harer tederste Vriendschap schetst zij de waardije harer vriendin ten levendigste, als de grondslag waarop haar verknochtheid aan dezelve gevestigd is [...]"\n\n(Via Buijnsters 1979)(SP)\n\nnot yet found in e-laborate']
|