| Notes |
['[p.203]\n"Nauw is de kinderhand aan den ranken stengel geslagen, die\nzijn sierlijke, doorschijnende kroon boven de grassprieten laat heen\nen weder wiegen, of het keurig kantwerk, waaruit de schoone kogel\ngeweven schijnt, scheurt bij het afplukken,en als de adem er over\nglijdt, stuiven de lichte, allen van een donzen pluimpje vo orziene\nzaadjes wijd uiteen". Mevrouw Elise van Calcar, een der talentrijkste\nonder de vrouwelijke auteurs van ons vaderland, geeft in de\naangehaalde woorden de verklaring, waarom zij een door haar bijeengebrachte\nverzameling van "ideeën van beroemde denkers" Gevleugelde\nzaden genoemd heeft. Niet al die zaden zijn bestemd om\nlater tot brood te worden verbakken; sommigen daarvan brengen\nniets dan bloemen voort, de schitterende klaprozen of liet blauwe\nkoornbloempje die, gelijk reeds Heine opmerkte, recht van bestaan\nhebben te midden van het golvende graanveld. Deze ideeën zijn\n\n204 DB BOEKEN DER VORIGE MAAND.\nafkomstig van allerlei mannen, wier richting soms geheel tegenovergesteld\nliep. Men vindt onder hen geloovigen en ongeloovigen,\nde namen van Dante en Luther en van Peuerbach en\nSchopenhauer. Men vindt zelfs Gambetta en Castelar onder de beroemde\ndenkers opgenomen. De Gevleugelde zaden werden door\ntusschenkomst der uitgevers Blomhert en Timmerman te Nijmegen\nde wereld ingezonden."\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))']
|