Notes |
['In art. on Zangwill.\n\n[p. 150]\n"Zijn voorgangers op dit gebied niet te nagesproken, Kompert,\nFranzos, Sacher-Masoch, e.a., moet men erkennen dat Zangwill\nals geen is doorgedrongen in het wezen zijner geloofsgenooten.\nHij heeft hen lief met hun gebreken, hun zwakheden, hun eigenaardigheden\n; maar het is een liefde, die niet blind is en die\nvolstrekt niet tot dwaas idealiseeren leidt. Zelf vrijzinnig, kan\nhij zich niettemin volkomen verplaatsen in den gedachtenkring\nder orthodoxen en hun standpunt verdedigen. In zijn hart een\nJood is hij tevens een rechtgeaard Engelschman, evenals zijn\nEsther Ansell (uit Ckildren of the Ghetto), die nog trotscher is op\nNelson en Wellington, dan op Judas Maccabaeus. Naast de objectiviteit,\ndie uit Zangwill\'s Joodsche verhalen spreekt, treft ons\nzijn kunst van karakteriseeren, van het uitbeelden en geloofwaardig\nmaken van personen. In dit opzicht doet Zangwill\naan George Eliot denken, aan George Eliot, de eenige niet-\nJoodsche auteur, die in haar Daniël Deronda, door de intuïtie\nvan het genie zou men bijna zeggen, een brok uit het Joodsche\nleven met een bewonderenswaardig smaakvol realisme heeft\nweten te schilderen."\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))']
|