Notes |
['AlgDagbladNedIndië 5 (1877) 114 (17 mei); herdrukt in LFK XI p. 117-121 (Praamstra GV 432)\n\n[pag.nrs. contr.]\n\nzie begin voor alg. opm.\n\np.122:\n"Het zou niet beleefd zijn den trap van ontwikkeling te bepalen waarop de nederlandsch-indische schrijfster van dit verhaal hare lezers en lezeressen in Nederland stelt.\n\nIk spreek niet van de onnoozele maleische woordekens en zegswijsjes, wier beteekenis wordt voorgesteld tusschen haakjes; ofschoon een alfabetisch registertje aan het slot van elk deel dezelfde dienst bewezen, en den smaak minder gekwetst zou hebben. Ook laat ik sommige onfrissche plaats- en natuurbeschrijvingen ongemoeid. \n\nDoch dat telkens aanstippen van den gang der vertelling! Dat reden geven van eenmaal gekozen uitdrukkingen! Dat verklaren van de gevoelens en drijfveren der handelende personen! Inderdaad, zoo deze roman bestemd ware slechts bij de nederlandsche waschtobbe en in de nederlandsche keuken gelezen te worden, de auteur had niet nederbuigender kunnen zijn.\n[...]\nwant ofschoon zij in den loop des verhaals somtijds den schijn aanneemt een man te zijn, noemt het titelblad haar eene schrijfster\n[...]\nEerst stil, daarna openlijk, leverde zij twee bundels aan het nederlandsch-indisch leven ontleende novellen; novellen waaronder merkwaardige proeven van karakterstudie en opmerkingsgaaf voorkwamen, gepaard met eene schrijfwijs die somtijds schijnen kon het platte te naderen, doch menigvuldiger zich door ongemeenheid onderscheidde. Kortom, proeven van een ongeoefend en in het wild gegroeid, maar oorspronkelijk en krachtig talent; van eene beurtelings warme en satirieke ader.\n[...]\nHoe zij oude vrijster werd is half en half een anti-vrouwelijke-emancipatie-roman, maar niet in den gewonen zin. De heldin heeft bij zich zelf geen vooroordeelen tegen het huwlijk te overwinnen. \n[...]\nUit den gebrekkigen, den mislukten roman spreekt eene getergde, gekrenkte, gekneusde menschelijke ziel. \n[...]\nMet de litterarische kunst van Hoe zij oude vrijster werd, zeide ik reeds, is het in sommige opzigten niet best gesteld. De ingenieur Van Elsen, de ware bewerker van al Louise\'s ongelukken, lijdt in zulke mate aan zedelijke bloedarmoede dat hij er onwaarschijnlijk, onmogelijk door wordt. De heldin zelf is voor eene heldin onuitstaanbaar lijdelijk; eene niet te dulden duldster. De auteur heeft haar eigen ander-ik de gal zoo afgetapt, dat Louise eene opgezette duif gelijkt. Haar persoon is niet het levend middenpunt van het boek, maar een kapstok waaraan de schrijfster episoden en incidenten ophangt.\n[...]\nMaar het mooiste of merkwaardigste van het boek is en blijft de gepassioneerde vrouw die er in ademhaalt. Bijna twijfel ik of men in Nederland voor dit bijzondere hart zal toonen. In Indie zal de schrijfster bij de eenen sympathie, bij de anderen vijandschap wekken. Dezen zullen er haar eene Nemesis, genen eene Furie noemen. Niemand echter zal hare betrekkelijke meerderheid loochenen."\n\nstandardizingsept12AsK\nJudgment/evaluation :\n-\tPositive about author: "Maar het mooiste of merkwaardigste van het boek is en blijft de gepassioneerde vrouw die er in ademhaalt."\n-\tNegative about work: " Inderdaad, zoo deze roman bestemd ware slechts bij de nederlandsche waschtobbe en in de nederlandsche keuken gelezen te worden, de auteur had niet nederbuigender kunnen zijn."\n-\t"... BUT ...": Busken Huet dislikes the work, but thinks the author is successful in passionately defending herself: "Uit den gebrekkigen, den mislukten roman spreekt eene getergde, gekrenkte, gekneusde menschelijke ziel."\n\nProviding anecdotes about her :\n-\tEarly talents as a writer: "Kortom, proeven van een ongeoefend en in het wild gegroeid, maar oorspronkelijk en krachtig talent; van eene beurtelings warme en satirieke ader."\n-\tLife struggles and hardships: "Uit den gebrekkigen, den mislukten roman spreekt eene getergde, gekrenkte, gekneusde menschelijke ziel. "\n\nCBH']
|