*Art. in Vaderlandsche Letteroefeningen ARTICLE

Title *Art. in Vaderlandsche Letteroefeningen
Is same as work *Art. in Vaderlandsche Letteroefeningen
Author Unknown journalist (to be identified)
Reference
Place
Date 1848
Quotation
Type ARTICLE
VIAF
Notes ['(also via scriptie Francien Petiet, UvA, 2002 – jws 11 05)\n\nPetiet, Van Geniën spreken wij niet:\n[eeee]\n"Tot groot genoegen van de recensent heeft Henriette Maria Langelaan zich niet bezig gehouden met mannen in een kwaad daglicht te stellen, als ontrouwe en wispelturige wezens, maar heeft zij gekozen om haar eigen sekse op die manier neer te zetten. Zij kiest in Coquetterie, een werk bestaande uit aparte verhalen, verschillende vrouwelijke hoofdpersonen, die uiteindelijk in moeilijkheden geraken doordat zij mannen verleiden om ze vervolgens af te wijzen. Dit wekt bij de mannen wraakgevoelens op, zodat zij alles in het werk zetten om het de vrouwen betaald te zetten. [...]\n[ffff]\n[...] Coquetterie wordt niet alleen goed ontvangen vanwege de nuttige inhoud. De schrijfster geeft blijk van mensenkennnis in haar karaktertekening en slaagt erin huiselijke tonelen naar waarheid voor te stellen."\n\nsp\n\nHOoms (link + codes) XNFX 393; XNMX 393; XEX 394\n\n Coquetterie. Door Henriette Maria L.... Te \'s Gravenhage, bij K. Fuhri. In kl. 8vo. 300 bl. f 1-80.\n\nHebben wij aan eenige rijkbegaafde vrouwelijke landgenooten het bezit te danken van onderscheidene werken van smaak, ook dit getuigt van den goeden uitslag, waarmede eene vrouw in dit vak de pen kan behandelen. Het stokpaardje, zou sterne gezegd hebben, der vrouwelijke Schrijfsters is dik wijls de voorstelling van het mannelijke geslacht in deszelfs trouweloosheid\n\n\n[p. 393]\n\t\n\njegens de schoone sekse, in deszelfs onstandvastigheid en wispelturigheid XNFX XNMX. Reeds daarom verdient het opmerking, dat deze Schrijfster juist het tegenovergestelde, namelijk de vrouwelijke coquetterie, (wij hebben er geen eigenaardig woord voor en kunnen \'t ook wel ontberen) tot het onderwerp van hare behandeling gekozen heeft. Zij schildert de coquetterie, zoo als zij zich openbaart in de jonge en schoone emelie, die aan achting waardige mannen en jongelingen aanvankelijk de hoop geeft van door haar bemind te worden, en deze daardoor beweegt om zich opentlijk te verklaren, maar hen dan met schampere en stekelachtige woorden afwijst en, door te pronken met hunne mislukte liefdeverklaring, hen aan de bespotting van hare bekenden prijs geeft. De eenige jonge man, dien zij gaarne tot echtgenoot zou gehad hebben, wordt gewaarschuwd tegen hare valschheid door eenen vriend, dien zij bedrogen had, en trekt zich nog bij tijds terug. Uit spijt huwt zij een\' man, die veel ouder is dan zij, en die haar, in plaats van den verlorene geliefde, niets ander ter vergoeding verschaft, dan grooten rijkdom en een\' schitterenden rang. Voor eene vrouw, die niet veel gevoel en, niettegenstaande hare uitwendige beschaving, niet veel kieschheid bezit, die zich in het bezit van hare kleinooden, kostbare kleeding en prachtige levenswijze en door de hulde, haar toegebragt door een om haar henen fladderend heir van aanbidders, gemakkelijk kan troosten over hare teleurstelling, komt zij er nog al redelijk af. Erger ging het met Mevrouw van hallingen. Na een twintigjaring afzijn, nadat zij zelve reeds de geachte en beminde echtgenoot van een aanzienlijk man was en moeder van beminnelijke en deugdzame kinderen, keert haar eerste, door haar trouweloos behandelde minnaar, de Overste van marsch, uit Oostindië terug, vestigt zich op een landgoed in de nabiheid der familie, en knoopt een vriendelijk verkeer aan met zijne vroegere beminde en haar gezin. Die vriendschap evenwel was slechts schijnbaar, en had geen ander doel, dan zich op Mevrouw van hallingen boosaardiglijk te wreken wegens de teleurstelling, die zij hem had doen ondervinden. Nadat hij door zijne valsche vriendschapsbetuigingen haar vertrouwen in die mate gewonnen had, dat hij haar zelfs eene schriftelijke bekentenis in eenen brief had weten te ontlokken, dat zij niet haren onbeduidenden doch goedhartigen echtgenoot beminde, maar altijd den door haar, om welke reden dan ook, bedrogen minnaar had blijven liefhebben, eischt hij van haar, hem hare meestgeliefde dochter julia tot vrouw te geven, met bedreiging dat, indien hij in zijn aanzoek niet slaagt, hij aan haren echtgenoot en kinderen, ja aan de geheele wereld, haar valsch bestaan zal openbaren. Mevrouw van hallingen, door de vrees gedrongen, haalt julia over, om, ofschoon met tegenzin, de hand van van marsch aan te nemen. Julia, wier zwakke gezondheid door den dwang tot deze gehate verbindtenis reeds op het hevigste geschokt\n\t\n[p. 394]\n\t\n\nwas, sterft op den dag zelf van haar huwelijk. De moeder aan zich zelve teregt den dood wijtende van haar geliefd kind, kwijnt nog eenige jaren, die verbitterd worden door het gevoel, dat zij, indien al niet geheel en al de liefde dan toch de achting van de haren verloren heeft.\n\nVraagt men, of er niets op het werk aan te merken zij? Het zou geen menschelijk gewrocht moeten zijn, indien dit het geval niet ware. Maar in vele gedeelten van het verhaal legt de Schrijfster zeer veel oordeel en smaak aan den dag, toonende tevens niet misdeeld te zijn van menschenkennis XEX. Zelfs het gestrengste oordeel moet erkennen, dat sommige huiselijke tooneelen door haar zeer naar waarheid geteekend, sommige betrekkingen, zoo als van de Gouvernante tot de familie fijn gevoeld, sommige karakters juist opgevat zijn, en op ieders belangstelling kunnen rekenen. De uitmuntende zedelijke strekking, en de godsdienstige geest, die in het werk heerscht, geven de Schrijfster aanspraak op welwillende aanmoediging. Aan nuttig en, volgens onzen smaak, aangenaam onderhoud zal het bij de lezing niet ontbreken.(dbnl)']
comments on work Coquetterie
In this reception

No persons found

Via received works
Coquetterie Henriëtte Maria Langelaan