*Art. about Van Woude in De Gids ARTICLE

Title *Art. about Van Woude in De Gids
Is same as work *Art. about Van Woude in De Gids
Author Jacob Nicolaas van Hall
Reference
Place
Date 1889
Quotation
Type ARTICLE
VIAF
Notes ['[p.569]\n“Johanna v. Woude. (Mevr. Van\nWermeskerken—Junius).Tom en\nik. Amsterdam. J. C. Loman Jr.\n1889.\n\n„Tom" is een flinke, eerlijke, goedhartige\nbuitenman, de zoon van\nrijke landbouwers, thans na den\ndood zijner ouders eigenaar en bewoner\nvan het Geldersche kasteel\nBrinio\'s-Erf te Waaldorp. Tom leeft\nvoor zijne landerijen, voor zijn paarden\nen zijn koeien; hij voelt zich\nin zyn rijk zoo gelukkig als een\nkoning, en -wordt er. als een koning,\ngeëerd en bemind.\n„Ik" is de vroolijke, bekoorlijke\nMadeion, die door hare ouders uit\nIndië naar Holland op kostschool\nis gezonden. In de vacantie te Waaldorp\nbij hare tante logeerende, heeft\nzjj Tom leeren kennen. De 28-jarige\nman, met zijn haast plompen eenvoud,\nzijn mannelijk, open gelaat,\ndat kracht en tegelijk zachtheid uitdrukt,\nheeft op de bijna 18-jarige,\ndie nog niets van de wereld gezien\nheeft, een diepen indruk gemaakt\nen haar ietwat romantisch hoofdje\nop hol gebracht.\nTom vraagt en verkrijgt Madelon\'s\nhand; maar niet dan nadat hij haar\nernstig heeft voorgehouden, welk\neene opoffering hij vraagt vanhaar\ndie zomer\'s en \'s winters met hem\nop het afgelegene Waaldorp zal\nwonen. Madeion ziet er niet tegen\nop. Al voelt zij weinig voor de natuur,\nvoor bloemen en vogels, al\ntrekken de dorpelingen haar niet\naan, het denkbeeld van door dien\nman vergood en op de handen gedragen\nte worden, doet haar alle\nbezwaren licht tellen.\nDoch wanneer zij eens gehuwd\nzijn, wanneer het bekoorlijke van\nhet nieuwe voorbij is, blijkt het hoe\nlanger hoe meer, hoe weinig punten\nvan overeenstemming er eigenlijk\ntusschen hen beiden bestaan. Wel\nveinst Madeion belang te stellen in\nde koeien en de kippen, in de haver\nen de gerst, maar het gaat niet\nvan harte. De winter buiten lijkt\nhaar eentonig en lang — zij verveelt\nzich. Tom doet alles om haar afleiding\nte bezorgen, en zij toont\nzich daar dankbaar voor ; maar toch\nhaakt zij naar wat meer gezelschap\nom zich heen, naar steedsche amusementen.\nMadelon\'s zuster Adèle,\neen wereldsch vrouwtje, zal haar\nwat vertroosting bezorgen: Madeion\nmoet bij haar te Arnhem komen\nlogeeren, uitgaan, dansen, schaatsenrijden,\narren. Tom staat alles toe ;\ndoch hij bemerkt maar al te goed,\nhoe de verwijdering tusschen hem en\nMadeion steeds grooter wordt. Wanneer\nMadeion te Arnhem gevierd\nwordt, en de eene pret op de andere\nvolgt, dan voelt de landbouwer\nzich daar niet op zijn plaats ; het\nis hem of zijn vrouw zich soms\nover hem schaamt. Hij wenscht\nnaar huis terug te keeren, waar\nhij niet langer gemist kan worden,\nmaar Madeion smeekt\' hem, dat hij\nhaar te Arnhem zal laten. Tom\ngeeft alweder toe, al snijdt het hem\ndoor de ziel, dat zijn Madeion zich\noveral elders gelukkig gevoelt dan\nop Brinio\'s Erf en in zijn nabijheid.\nMadeion blijft te Arnhem pret maken.\nMaar wanneer Tom, naar huis\nteruggekeerd, niets van zich laat\nhooren, dan bekruipt haar toch\nlangzamerhand verlangen naar den\nafwezige, naar haar tehuis. Op\neen winteravond, waarop dat verlangen\nsterker is dan ooit, ineemt\nzij een rijtuig en keert naar Brinio\'s\nErf terug. Zij wil Tom verrassen,\nen wanneer hij ook maar\nhet geringste blijk geeft, dat hare\ntehuiskomst hem verheugt, zal zij\nhem vergeving vragen, hem kussen\nen.. hem het geheim van haar\naanstaand moederschap toevertrouwen.\nDoch Tom ontvangt haar\nmet ijskoude vriendelijkheid, en op\neen gegeven oogenblik overlaadt\nhij haar met verwijten : „nooit is\nzij op zjn geluk bedacht geweest,\nnooit heeft zij voldoening gevonden\nin hem alleen, zij is gebleken een\nbehaagziek, ijdel schepseltje te zijn\nvol zelfzucht, tot geen daad van\nnaastenliefde of zelfverzaking in\nstaat." Madeion hoort dit alles\nzwijgend aan ; zij gevoelt wel dat\ner bij veel onbillijks veel waars is\nin hetgeen hij hasvr verwijt; maar\nhaar trots verbiedt haar zich te\nverdedigen en vergeving te vragen;\nhare koppigheid weerhoudt haar\nden eersten stap te doen, die wellicht\ntot verzoening zou kunnen\nleiden, of zelfs van iets te laten\nblijken van hetgeen er in haar omgaat\nen waaruit Tom zou kunnen\nmerken, hoe zij nog van hem houdt.\nZoo gaan dagen en weken voorbij.\nDe verhouding tusschen de beide\nechtgenooten, die zoo weinig voor\nelkander geschikt zijn, zou zoo kundigital\nnen voortduren^ om niet dan met\nden dood of met eene scheiding te\neindigen, wanneer niet Madeion\ndoor het ernstige woord van Tom\nlangzamerhand tot inkeer was gekomen,\nen ten slotte, door een spannende\ncatastrophe, de verzoening\nen het blijeindend slottafereel was\naangebracht.\n. MevrouwvanWermeskerkenheeft,\nmet het haar eigene talent, uit\ndat een en ander een verhaaltje\ngesponnen, niet al te diep psychologisch,\nmet pathetische en roerende\ntooneeltjes, en dat toch niet\nakelig eindigt. Dit alles verzekert\nhet succes van haar boek in kringen,\nwaarin een „lief\' boek op prijs\nwordt gesteld. Dat het middel hetwelk\nde verzoening te weeg brengt:\neen ongeluk, een ziekbed dat een\nsterfbed dreigt te worden maar\ngeen sterfbed wordt, de geboorte\nvan een kind, overbekend is — daaraan\nzal men zich niet storen. Waarschijnlijk\nzelfs zullen weinigen de\nopmerking maken, dat Madeion zelf\ntoegeeft :„Op mijn geluk bedacht ?\nNeen dat ben ik nooit geweest. Ik\nliet mij gelukkig maken" ; en dat zij\nlater, kort voor het slot, nog erkent:\n„Ik heb nooit voor hem gedeugd\nnooit had ik zijn vrouw moeten worden.\nMaar nu ik het ben moet ik\nvan mijzelf maar maken, wat er\nvan mij te maken is.. ."\nEn zouden dan deze „époux mal\nassortis" ten slotte nog, gelijk de\nschrijfster het ons wil doen gelooven,\neen gelukkig leven tegemoet gaan?\nWij helpen het haar wenschen.”\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))']
comments on work Tom en ik
In this reception

No persons found

Via received works
Tom en ik Sophia Margaretha Cornelia Junius