Notes |
['HOoms (codes + link) XSX 111\n\n[p.111]\n"benevens Lijkkrans\nvoor mijne Kunstvriendinne (p. MOENS), hetwelk hij voor de\nVergeet mij niet bestemde. Over het laatste gedicht een enkel\nwoord! Het moge voor onze nationale eigenliefde, welke tegenwoordig\nzoo zelden gestreeld wordt, streelend luiden, dat eene\nHollandsche dichteres in België »als \'t puik der dichteressen"\nwordt geprezen; maar dit mag ons oordeel niet dermate verblinden\n, dat wij\' zouden\' aarzelen den hoog opgevijzelden lof\nterug te wijzen, waar hij ons\' ongepast en overdreven moet\nvoorkomen. Men zal toch in ons vaderland gereedelijk daarin\novereenstemmen, dat MOENS den roem, dien zij als dichteres verworven\nheeft XSX, meer nog aan haar ongelukkig lot, meer nog\naan de braafheid van haar hart en het edele harer beginselen,\ndan aan het schitterende van haar dichttalent is verschuldigd\ngeweest; en wanneer wij dan in dezen Lijkkrans lezen:\n»Ja weent! een groote star viel uit onz\' letterbemel\nIn \'t stof. . .\n\n[p. 112] \n(Gij heriunert u hier den aanhef van SPANDAW\'S Lijkzang op\nBORGER),\nen iets verder :\n\nDe sterren gaan ten rei in huppelende koren\nEn zingen \'t danklied na, haar luit hier reeds ontvloeid.\n\nwat een dichter bij de uitvaart van eenen KLOPSTOCK naauwelijks\nzou hebben durven zingen ; of eindelijk:\n\nMen zegt de fiere leeuw te Waterloo verheven\nZuchtte als gij vielt\n\nDan kost het ons, in weerwil ^an de innige hoogachting, welke\nwij dezer dichteres hebben toegedragen, moeite om ernstig\nte blijven , en wij herinneren ons, hoe de aartsbisschop van\nMechelen eens aan VONDEL hope gaf, dat hij met der tijd CATS wel zoude inhalen."\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))']
|