Notes |
['[227]\n"Hij [C.R.Busken] schreef: ‘den 25 Juli 1755 is Juffr. Elis. Bekker buiten weten van haar vader met den vaandrig Gargon weggegaan’ 1) . Wij weten van die schaking geene bijzonderheden; maar als men het gebeurde met Sara Burgerhart in een soortgelijk geval mag aanzien als eene herinnering aan \'t geen met haar zelve gebeurd was, dan is het argelooze zeventienjarige kind ongedeerd den klauwen van den havik ontkomen. Het gebeurde had haar hart verscheurd. "\n\n[254]\n"Daar brachten zij zes van hare gelukkigste jaren door, geacht en geëerd door groot en klein 3) ; daar legden zij de laatste hand aan Sara Burgerhart en schreven er Willem Leevend, de beide romans, die haar zouden beroemd maken 4) \n[note]\n 4) ‘In Juni 1782 teekent Betje de voorrede van ‘Sara Burgerhart’ uit hare villa Lommerlust te Beverwijk. Maar op 13 Januari 1782 woonde zij nog in de Rijp, daar zij toen haar schotgeld groot ƒ 3 nog betaalde. Hieruit moet afgeleid worden, dat de vriendinnen tot Mei 1782 in de Rijp bleven wonen en op dien datum naar Beverwijk vertrokken. Dit feit is belangrijk in zoover, dat men nu met zekerheid weet, dat de roman ‘Sara Burgerhart’ in de Rijp is geschreven en niet als de gewone voorstelling luidt, in Beverwijk.’ J. Ten Brink, De Roman in brieven, bl. 100."\n\np. 260-265 etc. : long piece on Sara Burgerhart\n\np.280 other work by male author compared to Sara Burgerhart.\n\n[280]\n"Hij [A.Loosjes] had daarmee misschien Richardson 2) , maar zeer zeker Wolff en Deken op het oog, zooals duidelijk zichtbaar is uit zijne Historie van Mejuffrouw Susanna Bronkhorst, die van 1806 tot 1807 in zes lijvige deelen het licht zag. De inkleeding in brieven, maar vooral de inhoud en menig karakter, herinneren aan Sara Burgerhart en Cornelia Wildschut, zoodat men wel kan zeggen, zonder den Schrijver onrecht te doen, dat deze roman geheel de afschaduwing van Wolff en Deken\'s Saartje was, met meer, hoewel weinig treffende of aantrekkelijke handeling, minder fijne karakteristiek, en zonder de levendigheid en losheid van stijl, die zijn voorbeeld kenmerkt. Daarbij staat de didactische richting te veel op den voorgrond. Het kost moeite de zes deelen door te worstelen, die zeker des Schrijvers naam niet zouden hebben doen leven."']
|