*Mention in Art. in De Gids ARTICLE Netherlands
Title | *Mention in Art. in De Gids |
---|---|
Is same as work | *Mention in Art. in De Gids |
Part of work | |
Author | Ch.M. van Deventer |
Reference | |
Place | Netherlands |
Date | 1896 |
Quotation | |
Type | ARTICLE |
VIAF | |
Notes | ['[p.475]\n“Na den dood van George Eliot is er voor de Engelsche novellistiek\neen tijdperk van uitputting gekomen. De groote school\nvan Richardson, Eielding, Smollett, Scott, Dickens, Thackeray,\nEliot heeft in de laatste haar laatste groote figuur verloren,\nen tot dusver is er nog geen aanwijzing op de komst eener\nnieuwe ster van ziilk een licht.\nHet was een merkwaardige school, die van Dickens,\nThackeray en Eliot. Zij had geen artistieke leer; zij was\nsteeds moraliseerend; zij vermengde onophoudelijk drama met\ncauserie; zij weigerde standvastig in te gaan op de hevigste\npassie; zij bracht zonder systeem humor en pathos, satire en\ntragedie bijeen; zij had als middelpunt van gedachte het\nbegrip gentleman; zij leverde bij uitstek maatschappelijke\nwerken; zij kende den weemoed, doch loochende het pessimisme.\nEn haar hoofden waren zeer onderscheiden van talent.”\n\n[p.477]\n“Doch George Eliot is het diepste en rijkste gemoed. Haar ideaal\nis niet meer de gentleman zonder meer, doch de brave man, die\n\n478 KOBERT LOUIS STEVENSON.\neen groote levenstaak op zich wil nemen. Haar bewondering is\nvoor devotie aan een groot doel. En zij heeft haar eigen\ntragisch thema. Ieder menseh leeft in zijn eigen wereld van\ndenken en gevoel, en bij uitzondering slechts vallen twee zulke\nwerelden samen. Wat is de tragedie der verliefdheid? Deze\njuist, dat de verliefden wanen gelijk van wereld te zijn, maar\nal spoedig merken in neigingen te verschillen. Het is een\nonverbiddelijke wet, dat de meeste menschen elkander vreemd\nzijn en blijven, en wij verlangen sympathie.\nAllen hebben deze groote novellisten te beschikken over de\nuiterste bekwaamheid van dialoog en figuurteekening. Deze\ndeugd is de deugd van een ras, want men vindt ze meer of\nminder ook bij de minderen der school terug. En naar mijn\nmeening geeft niemand zulk een cachet van reëele individualiteit\naan de figuren als George Eliot.”\n\n[p. 480]\n“Inderdaad is Robert Louis Stevenson de eenige mij goed\ntekende schoone Engelsche novellist, na den dood van Eliot\nverschenen.\nI.\nMaar wie met Stevenson kennis wil maken, mag zich voorbereiden\nop een groote verbazing. Hij ziet een auteur, die beroemd\nwerd door boeken als Treasure Island en Kidnapped, boeien\nvan avonturen en zwerftochten; van begraven schatten en\nzeeroovers, en soldaten en vervolgingen; van moord en schakingen,\nen zoo goed als zonder liefde. Boeken, die niet weten dat er zoo\niets bestaat als beschouwing van leven en wereld; die evenmin\nmoraliseeren als satire maken; die ook niet droomen van melancolie,\npessimisme, van kunst en maatschappij. Boeken met\nzoo weinig besef van heelal en god en duivel, en theorie en\nmysticisme als een versche biefstuk besef er van heeft. En de\nschrijver van die boeken is een geborene in Groot-Brittanje,\neen landgenoot van Dickens, Thackeray en Eliot, een zich\nnoemende leerling van de Franschen. Men moet zijn oogen\nuitwrijven en goed kijken om het te gelooven.”\n\n[p. 503]\n“Hoe is het overigens bij Stevenson met de teekening der\nindividuen? Ik noemde reeds in den aanvang dezer studie als\neen belangrijke kwaliteit der Engelschen in het algemeen, hun\nuitnemende bekwaamheid om hun creaties als enkelwezens\nscherp te zien en scherp te doen optreden, ook in hun wijze\nvan spreken, en Stevenson is in dat opzicht een ware zoon\nuit het land van Eliot en Thackeray.”\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))'] |
No works found