Notes |
['270\n[...] Hoe menig jong mens vormt zich een verkeerd denkbeeld van zijne plichten en is in de waan, dat het genoeg zij zich alleen voor buitensporigheden te wachten, en dat men het met die kleinere plichten, zo nauw niet behoeft te nemen. Intussen hoe verkeerd dit is, hoe iedere plicht, belangrijk op zich zelven, en gewichtig in de gevolgen kan worden, is u onlangs op de bevalligste en voldingendste wijs aangetoond in een nuttig boek, getiteld: De kleine Pligten, o! dat ik dit eens in het voorbijgaan zegge, de jonge lieden van onze dagen, \n271\nhebben zo weinig verschoning, wanneer zij niet veel beter worden dan het vorige geslacht, daar er zo veel aan en voor hen gearbeid wordt.\nPrent het u dan in, mijne jonge Vriendinnen! [...]\n(svd mrt08)']
|