*Art. in De Gids ARTICLE

Title *Art. in De Gids
Is same as work *Art. in De Gids
Author Jacob Nicolaas van Hall
Reference
Place
Date 1883
Quotation
Type ARTICLE
VIAF
Notes ['[p.363]\n“In de Provincie, romantisch verhaal door KUNO, Arnhem\nJ. Rinkes Jr.\n\nIn de Provincie — wat wil dat zeggen? Wij hebben in ons land\nde tegenstelling niet tusschen la Capitale en la Province, die in\nFrankrijk bestaat, en wanneer onze Amsterdamsche dagbladen van\n^provincialen" spreken in de beteekenis van Nederlanders, niet-\nAmsterdammers, dan maken zij zich — niet voor de eerste keer\nhelaas! — aan een gallicisme in dubbele beteekenis schuldig.\nToch zullen er velen zijn, wier oor reeds aan dit gallicisme gewoon\nis geraakt, en die derhalve, op den titel afgaande, i n K u n o \' s\nroman een schets onzer kleinsteedsche zeden meenen te zullen vinden.\nZij zullen spoedig bespeuren, dat zij zich vergissen. In de\nProvincie speelt voor het grootste gedeelte buiten, in den omtrek\nvan de stad D. De personen, die er een rol in vervullen, zijn\nlieden uit den deftigen, enkelen zelfs uit den aanzienlijken stand\nvan ons vaderland.\nIn de eerste plaats trok in dat romantisch verhaal onze aandacht,\n— en dit trof ons te meer, omdat wij meenen hier met\neen eersteling te doen te hebben, — dat er een plan in is, en\ndientengevolge in de handeling eene eenheid, waardoor de belangstelling\nvan den lezer gecentraliseerd blijft. Wel loopen er twee\nintrigues een tijd lang evenwijdig, maar die beiden zijn tegelijk\nweer door zooveel draden onafscheidelijk aan elkander verbonden,\ndat de indruk, dien men van het geheel ontvangt, er geen oogenblik\nonder lijdt.\nTwee vrienden, George Lotuyn, technisch ingenieur aan eene\nfabriek van chemische industrie, en Leo Graaf Dedel vatten nagenoeg\ngelijktijdig een innige liefde op; eerstgenoemde voor de jonge\nen bekoorlijke Eva Hulst, de andere voor de mooie Mevrouw\nJeanne Beversdijk, die, onder den naam van Giannina Tempest,\n\n364 LETTERKUNDIGE KBONIEK.\nzich door een bundel verzen bekend heeft weten te maken. Beide\njonge mannen zien hunne liefde beantwoord, maar beiden ook\nzien zich door een slagboom van het voorwerp hunner hartstocht\ngescheiden. De fijn beschaafde en rijk begaafde Mevrouw Beversdijk\nis in het bezit van een echtgenoot, die haar niet begrijpt en\nhaar den meesten tijd alleen laat; een man, wi«n zij, na te vergeefs\ngewacht te hebben op iemand die haar ideaal ook maar in\nde verte nabij kwam, in eene opwelling van goedhartigheid, alleen\nom hare moeder gelukkig te maken, haar hand heeft geschonken.\nHoe hartstochtelijk van natuur, hoe lichtzinnig bijwijlen Jeanne\nBeversdijk ook zijn moge, toch gevoelt zij, dat het haar plicht is,\nals gehuwde vrouw, den hartstocht, dien zij voor Graaf Dedel\nvoelt ontwaken, tot zwijgen te brengen. Maar is het hare schuld,\nwanneer dit haar veel strijd kost, en zij, de verwaarloosde en\nkinderlooze vrouw, zich, ondanks alles, aangetrokken voelt tot\nden aristocraat met zijn fijn en levendig gelaat, die haar begrijpt,\ndie hare gedichten bewondert en die bereid is zijn geheele\ntoekomst op te offeren, wanneer zij hem slechts volgen\nwil?\nEva Hulst is evenmin vrij, als is zij dan ook nog niet door een\nhuwelijk verbonden. Uit opoffering, ten einde haar zuster het\nsluiten van een huwelijk naar haar hart mogelijk te maken, heeft\nzij haar ja-woord gegeven aan zekeren Paul Emmingar, een\nwindbuil van 23 jaar, die tijdelijk in Hongarije vertoeft als bestuurder\nder landerijen van den heer Hulst. Dat haar hart voor\ndien man niets voelt, en zij hem waarschijnlijk even onverschillig\nis, ontveinst zij zich niet; maar toch hoe schrikt zij niet op als\nuit een droom, wanneer zij bemerkt, dat aan de hulde, welke zij\nzich van George Lotuyn heeft laten welgevallen en waarin zij niets\ndan vriendschap meende te zien, een dieper gevoel ten grondslag\nligt, en ook haar eigen hart warm voor dezen jongen man klopt!\nHoe huivert die kinderlijk reine ziel, die nooit strijd heeft\ngekend, wanneer zij tot het besef komt, dat George\'s liefde te\nbeantwoorden zou zijn verraad plegen zoowel tegenover haren bruidegom\nin den vreemde, als tegenover hare zuster !\nMen kan aanmerking maken over de wijze waarop de crisissen,\nwelke door deze hartstochten ontstaan zijn, worden opgelost. Wanneer\nMevrouw Beversdijk, door Leo Dedel tot het uiterste gebracht,\nhem eerst een ernstigen brief schrijft om hem te beduiden van haar\n\nLETTERKUNDIGE KRONIEK. 365\naf te zien en geen enkele poging meer aan te wenden om haar van\nbesluit te doen veranderen, doch terstond daarna een anderen brief\nopstelt, die geen bepaalde afwijzing inhoudt, maar veeleer een\nsmeeken om niet meer aan haar te denken, dan is het alleen aan\neen vergissing te danken, dat zij, in plaats van dezen laatsten, den\neersten rechtstreeks afwijzenden brief verzendt — en een diepe,\npijnlijke kreet ontsnapt Mevr. Beversdijk bij het ontdekken van\ndie vergissing. Niet vrij van gezochtheid is ook de wijze waarop\nGeorge, als hij te Keulen een hollend paard tot staan heeft gebracht,\nen den man, dien hij aldus uit een groot gevaar redde,\nals Paul Emmingar leert kennen, tot de ontdekking komt dat zijn\nmedeminnaar eigenlijk dien naam niet verdient, en niet van zins is een\nernstige hinderpaal te zijn voor zijne (George\'s) verbintenis met Eva.\nDoch dit daarlatende, waardeeren wij den goeden smaak en den\ntact, waarmede het verhaal is samengesteld, zoowel als de onderhoudende\nwijze, waarop de intrigue wordt afgewikkeld. Er is bij\nal den hartstocht, dien de schrijver ons schildert, in den toon, welke\ndoor hem wordt aangeslagen, een frissche natuurlijkheid, die weldadig\naandoet.\nIn ongewone spanning brengt dit verhaal u niet; gij wordt niet\nmet geweld meegesleept, maar loopt gewillig en in opgewekte\nstemming mede. De belezenheid van den auteur wordt meestalongezocht\nte pas gebracht, nu eens in een welgeslaagde vergelijking dan\nweder in een goed gekozen citaat. De karakters leeren wij kennen,\nniet door de etiketten, welke op de personen geplakt zijn, maar\nuit hunne handelingen, uit kleine trekjes, uit enkele woorden soms.\nEn de lijst, waarin zij gevat zijn, getuigt eveneens van het talent\nvan den schrijver. Wij worden niet onthaald op breedvoerige\nschilderingen van de omgeving, waarin een of ander tooneel\nplaats heeft; slechts enkele potloodstrepen volstaan om stemming\nof kleur te geven. De mise en scène, om een tooneeluitdrukking te\nbezigen, is in den regel met smaak gekozen, zonder overlading.\nJammer, dat op zoovele goede eigenschappen een breede schaduw\ngeworpen wordt door gebrekkige taal en slordigen zinbouw. Reeds\nop de eerste bladzijde worden wij onaangenaam getroifen door een\nzinsnede als de volgende:\n,/Geene andere geluiden ontstemden de kalme rust van dezen\ngoddelijken Julinacht, of drongen tot het half geopende venster\ndoor, waarvoor Eva stond, onbewegelijk als een marmer beeld,\n\n366 LETTERKUNDIGE KRONIEK.\nbehalve hare oogen, waaruit een ziel sprak, en wier schitterende\nglans van een gemoedsleven getuigde, zelfs al was het lichaam\nrustig als nu/\'\nEen paar bladzijden verder lezen wij :\n„In spijt van zijne aangeboren hooghartigheid, hernieuwde Frans\nzijn aanzoek, maar werd vriendelijk en zacht door het meisje beduid,\ndat zij hem niet kon liefhebben zooals hij wenschte, en dat\nhun beider karakters zoozeer uiteenliepen, dat zij toch nooit gelukkig\nzouden zijn."\nWij onderstrepen niet, maar ook zonder dat zal het duidelijk\nzijn, dat Kuno in dergelijke zinsneden de koenheid te ver drijft,\nen dat zulk een taal de grenzen van het geoorloofde al te ver\noverschrijdt.”\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))']
In this reception

No persons found

Via received works
In de provincie : romantisch verhaal M. van Capelle - Klis