Notes |
['[p.128]\n"Dichters en andere kunstenaars hebben niet zelden wijsgeerige\nwaarheden in kernachtige uitspraken dnidelijker uitgedrukt\ndan de diepste denkers van professie. Zou misschien wat George\nEliot in "the Mill on the Floss" ergens zegt, het vraagstuk der\nzedelijkheid en godsdienst niet beter oplossen dan de beschouwingen\nder philosophen? "The knowledge of the irreversible laws\nwithin and without us, which governing the habits, become\nmorality, and developing the feelings of submissiQn and dependence\nbecomes religion" — zóó dacht een begaafde vrouw er over.\nZij zou, naar het mij voorkomt, volgens die woorden, wat het\nvraagstuk der ethica betreft, meer tot de "ervaringswijsbegeerte"\nvan Betz, dan tot het "realisme" van Spruyt neigen."\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))']
|