Notes |
['[p.214]\r\n“Berg-Opwaarts. Uit het Engelsch van E. Prentiss,\r\ndoor Almine, met een voorrede van Dr. A, W. Bronsveld.\r\nAmsterdam, W. H. Kirberger. 1871.\r\n\r\nAbsent from Riewald/Bakker\r\n\r\nOf de Hr. Kirberger voor zekeren kring van lezers een cachet\r\nop deze zijne uitgave wilde hebben, toen hij den Hr. Bronsveld\r\nverzocht haar van eene voorrede te voorzien, dan of hij een ander\r\ndoel daarmede beoogde, weet ik niet, wel, dat hij mij en anderen,\r\ngeroepen om eene aankondiging daarvan te geven, geen dienst daarmede\r\ndeed. Die voorrede toch is misschien ongemerkt eene zeer\r\nvleiende aankondiging geworden, waardoor de recensenten in eene\r\nietwat lastige positie tegenover den Haarlemschen predikaat zijn\r\ngeplaatst. Immers wij stemmen daarmede in en dan is onze aankondiging\r\noverbodig, of wij wraken haar, maar treden dan ook eigenlijk\r\nop als kampioenen tegen den schrijver der voorrede, in mijn\r\noog allerminst gewenscht, nu het boekje zekere godsdienstige kleur\r\ndraagt.\r\nIk wil gulweg bekennen verbaasd te zijn geweest, dat de uitgever,\r\nzooals uit de toezending van \'t geschrift bleek, eene aankondiging\r\nverzocht. Aanvankelijk was ik dan ook van zins aan die\r\nnoodiging niet te voldoen, maar ben daarvan teruggekomen, èn om*\r\ndat \'t oordeel omtrent de bedoeling der voorrede misschien\r\ngeheel onjuist is, èn omdat er veel te veel goed in \'t boekje is,\r\nom het met stilzwijgen voorbij te gaan. Zeer zeker verdient het in\r\nruimeren kring bekend te worden, dan waartoe het door zijn\r\neigenaardig godsdienstig karakter schijnt te behooren.\r\nOmdat ik mij van de bewuste voorrede niet geheel kan\r\nlosmaken, zullen wij eerst eens zien wat de Hr. Bronsveld daarvan\r\nzegt in zijne beschouwing, die nu eenmaal met \'t boekje\r\nverbonden werd, en zoowel uit een literarisch als uit een godsdienstig\r\noogpunt genomen is. Het munt zijns inziens uit door ongemeene\r\nfrischheid, geestigheid en losheid van vorm, spreekt van\r\nzuiver gevoel, getuigt van diepe menschenkennis, en tintelt bij verscheidene\r\npassage\'s van echt, gezond vernuft, zoodat het in een\r\nwoord een voortreffelijk boek is. Gij ziet: de lofrede is zoo volledig\r\nmogelijk, er ontbreekt eigenlijk niets daaraan. Ofschoon ik\r\n\r\nBIBLIOGRAPHISCH ALBUM. 215\r\nnu volstrekt niet van een lijnrecht tegenovergesteld gevoelen ben,\r\nen met name wat de menschenkennis en, behoudens enkele uitzonderingen,\r\nook wat \'t gevoel betreft , dit oordeel gaarne onderschrijf,\r\nmeen ik, dat op het gezegde nog al iets af te dingen\r\nvalt. Ongemeene frischheid, geestigheid en losheid van vorm —\r\nzij hebben mij niet getroffen. Ik schrijf dit echter niet zoozeer op\r\nrekening van gebrek aan talent bij den auteur, als wel van den\r\nvorm, die gekozen werd, die van een dagboek namelijk. Zekere\r\nmatheid, een bepaald gemis aan losheid en frischheid zijn \'t gevolg\r\ngeweest dier min gelukkige keuze van vorm. Er zou meer gang\r\nin \'t boek zijn, het zou zich aangenamer laten lezen, als het niet\r\nop deze wijze geschreven ware. Dat enkele sporen van echt, gezond\r\nvernuft niet ontbreken, wil ik geenszins ontkennen; maar stellig\r\nware \'t aantal van zoodanige passages minder zeldzaam geweest,\r\nals het boek een andere gestalte had gekregen. Meer indruk zou\r\nhet dan zeker maken, omdat de lezing meer boeien zou. Uit\r\neen godsdienstig oogpunt gezien bevat het geschrift, dat thans\r\nin een nederlandsch gewaad werd gestoken, naar het oordeel van\r\nden Hr. Bronsveld, eene gezonde ontwikkeling van \'t christelijk\r\nleven, daar het vrij gebleven is van alle ziekelijke piëtisme en\r\noverspannen methodisme. Ook daartegen is mijns inziensr wel iets\r\nin te brengen. Gaarne en met hooge ingenomenheid betuig ik,\r\ndat hier geen lijdelijk christendom wordt gepredikt, zooals eilaas!\r\nin vele geschriften van dit genre; maar in spijt van den doorgaans\r\ngezonden toon is er wel een en ander dat aan ziekelijk piëtisme en\r\noverspannen methodisme doet denken. Ik wil met den Haarlemschen\r\npredikant niet twisten over de aanwijzing der juiste grens,\r\nwaar \'t piëtisme ziekelijk en het methodisme overspannen wordt,\r\nmaar \'geef hem eenvoudig in overweging, of Katy\'s echtgenoot\r\nen sommige andere figuren in \'t boek geheel daarvan zijn vrij te\r\npleiten. Van de hoofdpersoon zelve gewaag ik daarbij niet: zij\r\nis in mijn oog eene frissche figuur, op wie \'t gunstig oordeel van\r\nden schrijver der voorrede ten volle van toepassing is.\r\nDit wat het oordeel van Dr. Bronsveld betreft, waardoor ik tevens\r\nzoo ongeveer mijne eigene beschouwing gegeven heb. Ik resumeer\r\ndie kortelings aldus: al heeft het boek bepaalde gebreken, al\r\ndraagt het een godsdienstig karakter, dat ik niet ten volle goedkeur,\r\nzoo is het in mijn oog zeer zeker een goed boek, welks kennismaking\r\n\r\n216 BIBLIOGRAPHISCH ALBUM.\r\nik aan allen met groote warmte aanbeveel, ook aan hen, die eeiie\r\nandere godsdienstopvatting zijn toegedaan dan de auteur predikt.\r\nIn onzen leeslustigen tijd worden tal van boeken verslonden, die\r\nmeer kwaad dan goed doen of in elk geval geen voedsel aan den\r\ngeest geven. Hier is een geschrift, dat wat geeft voor verstand en\r\nhart beide, dat in een aangenamen, schoon niet onberispelijken\r\nvorm opwekt tot zelfonderzoek en zelfkennis. Mocht deze of gene,\r\nhetzij in den vorm, hetzij in de godsdienstopvatting iets vinden,\r\ndat de gedachte aan \'t woord "vervelend" wekt, men late zich\r\ndaardoor niet afschrikken van verdere lezing. Volharding zal niemand\r\nzich in deze beklagen. "Stepping heavenward" is ernstig maar\r\nniet somber, stichtelijk maar niet dor, en Katy is eene lieve verschijning,\r\ndie ons allen veel kan leeren. Ik kan geen afscheid nemen\r\nvan dit boek zonder der vertaalster en den uitgever een woord\r\nvan lof te hebben gebracht voor de deugdelijke bewerking en de\r\nsierlijke uitvoering. Er zijn keurige plaatjes in \'t boek, die het\r\ninderdaad opluisteren.\r\nOok deze aankondiging zal, hoop ik, het hare er toe bijdragen,\r\nom \'t verlangen van den Hr. Bronsveld te bevredigen, dat dit\r\nboeksken bij velen bekend worde.”\r\n\r\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))']
|