*Art. in De Gids ARTICLE

Title *Art. in De Gids
Is same as work *Art. in De Gids
Author Jacob Nicolaas van Hall
Reference
Place
Date 1888
Quotation
Type ARTICLE
VIAF
Notes ['[p.175]\n“Verhuizen. Een landgedicht in drie zangen, door HILDA\nRAM. Gent, S. Leliaert, A. Siffer & Cie. 1888.\n\nWij kennen den molenaar uit Lafontaine\'s Le meunier, son fils et\nVdne, den man, die gaarne naar goeden raad wilde luisteren, die het\nieder naar den zin trachtte te maken en ten slotte niemand bevredigde.\nMejuffrouw H i l d a Ram dreigt iets dergelijks te overkomen.\n\n176 LETTEEKUNDIGE KEONIEK.\n. Toen haar Een klaverken wit \'s levens akker, nu vier jaar geleden >\nhet licht zag —een drietal idyllen, waarvoor de Gids een zeer waardeerend\nwoord over had—- werd haar> in het verslag van den vijfjaarlij\nkschen prijskamp der Nederlandsche letterkunde in België,\nde aanmerking gemaakt, dat de vorm dezer gedichten (rijmlooze\njamben) wel eens dreigde te yerloopen in gewoon proza, en dat\nhet dus beter geweest ware, of berijmde, of metrische verzen te\nverkiezen boven deze. jamben.\n, De Vlaamsche dichteres, die gezeggelijk van aard schijnt te zijn,\nheeft dien wenk ter harte genomen en zich met ijver op de studie\nder metriek toegelegd. Na het met allerlei versmaten beproefd te\nhebben, treedt zij nu op met eene nieuwe idylle, geschreven in den\nana.paestiscbcn tetrameter, het viervoetige , vers uit anapaesten\nsamengesteld.\nAlle eerbied voor de studie en den arbeid van Mej. Hilda\nRam; -^- maar wanneer zij thans ; haar gedicht in dezen langgezochten\nversmaat het publiek aanbiedt, staat het te vreezen, dat er weer\nandere ;/kenners" aan den weg zullen staan, die haar toe zullen\nvoegen dat zij met den anapaestischen tetrameter ;/in gewoon proza"\ndreigt over te slaan, en dus maar het best zal doen tot den minder\nbewerkelijken jambe terug te keeren.\nStil droomend, met enkel zijn hondje ter zij,\nin het nevelig licht van den ochtend,\nDwaalt Theunis, den kop op zijn machtige borst\nen de handen gestopt in zijn tasschen,\nOp het eenzaam wegeltje voort, welk hem leidt\nnaar \'t hoef ken dat ginder ten boschkant\nIn de schemering schuilt • .\n200 vangt hét 1 andgedicht aan.\nVergelijkt men deze regels met eenige van die, welke wij in onze\naankondiging van Hilda Eam\'s drie idyllen aanhaalden, bijv.:\nZwart\n\nHad, aan de kim, een wolk zich neergevlijd,\nEn dekte als met een zerk het stervend licht;\n. Wijl, over \'t wijde veld, de grauwe mist\nIn bocht\'ge kronkels voortsloop, als een slang,\nEn \'t kwijnend kruid verplette mét zijn wicht,\n— dan blijkt, dunkt ons, één ding zonneklaar. Het is, dat hét\n\nLETTERKUNDIGE KRONIEK. 177\nniet de schuld is van den versvorm, wanneer de dichteres min of\nmeer gecadenceerd proza schrijft, maar wel van hare eigene stemming,\nvan hare eigene opvatting en wijze van voorstellen. De regels\nin den nieuwen versmaat, die wij aanhaalden, zijn weinig meer\ndan proza, het fragment in jamben is poëzie.\nEn al had nu Hilda Ram voor haar Verhuizen het breedst golvende\nen voor verscheidenheid het meest vatbare metrum gekozen,\nmet een onderwerp zoo weinig aantrekkelijk, zoo weinig nieuw als\ndit, en met een zoo drooge behandeling van dit onderwerp, kon\nhaar gedicht niet anders dan prozaïsch uitvallen.\nEr is inderdaad bitter weinig verheffing in het verhaal van dezen\nTheunis, die bij een verhuispartij, zonder dat men recht te weten\nkomt hoe, de liefde weet te herwinnen van Triene, zijn voormalige\nbeminde; — weinig verheffing, ook in den zin van relief. Niets springt\nnaar voren, niets heeft diepte of kleur; alles lijkt plat en grijs. Het is\nof men deze geschiedenis, of een soortgelijke, bij Pol de Mont of\neen ander, al eens meer gelezen heeft en of zij ons nu enkel wat\neentooniger en langdradiger verteld wordt.\nHet wordt tijd dat de Zuid-Nederlandsche idyllendichters, niet\nhunne versmaten, maar hunne onderwerpen en de wijze van behandeling\ndier onderwerpen, wat variëeren.”\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))']
In this reception

No persons found

Via received works
Verhuizen : een landgedicht in drie zangen Mathilda Ramboux