*mention in Gesch. der Nederlandsche Letterkunde WORK

Title *mention in Gesch. der Nederlandsche Letterkunde
Is same as work *mention in Gesch. der Nederlandsche Letterkunde
Author W.J.A. Jonckbloet
Reference
Place
Date 1891
Quotation
Type WORK
VIAF
Notes ['[241]\n"Heeft zij zich niet met juistheid geteekend, toen zij zich 1) noemde ‘eene vrouw, die mogelijk alle de dwaasheden, alle de zwakheden harer eigene sexe meer of min tol betaalde; eene vrouw, die in haar aart zacht en blymoedig, goedhartig en licht-beweeglijk is?’ Gelukkig dat haar temperament niets meer verlangde dan de ‘teêrste zugten:’ ‘vriendschap’ was voor haar, ‘hetgeen drift is bij meer dierlijke gestellen.’\n[note]\n1) In de voorrede van den tweeden druk van haar Walcheren. Ook bij Dr. Van Vloten, Het Leven en de Uitgelezen Verzen, bl. 334."\n\n[257]\n"Van haar Walcheren (1769) en de Mengelzangen zei ze 5) :\n[258]\n‘Die stukken zyn vry goed, zo als de lieden spreken, \n Maar zyn \'er schoonheên, ô wat zyn \'er ook gebreken!’\n[note]\n 5) Ter karakteriseering van het critisch standpunt van haar tijd geef ik hier den aanvang der aankondiging van haar Walcheren in de N. Vaderl. Letter-Oefeningen, III D., 1e st. (1770), bl. 463: ‘De Liefhebbers der Dichtkunde zullen deze Zangen en Proeve van Mejuffrouw Wolff met recht mogen aenzien als een nieuwen stap van vordering op den Zangberg. Er straelt in dit Werkje meer beschaefdheid van tael, en meer oplettendheid op het regelmatige der Verzen door dan men wel in vroegere Stukjes bespeurd heeft; en men mag zich vleijen dat onze Dichteres, op dien voet voortgaende, by haren lof van harttreffend, geestig en verstandig te schryven, ook eerlang dien van ene keurige Dichteres te zyn, gevoegd zal zien.’\nOok hier, als elders in dit tijdschrift, wordt het eigenaardige der Poëzie alleen in gladde verzen gezocht."']
In this reception

No persons found

Via received works
Walcheren, in vier gezangen Betje Wolff