| Notes |
['Via Bel\n\nNegatief oordeel over de dialogen.\n\n[p.600]\n“C a t h e r i n e , door M. Antink,\nHaarlem. De erven F. Bohn,\n1899.\n\nVan dit verhaal „ergens uit een\nsteenkloppersgehncht in het hoogland\nvan de Ardennen" hebben de\nlezers van De Gids in Augustus \'98\nde zes eerste hoofdstukken reeds\nkunnen genieten. Hoe goed Mej.\nAntink de streek kent, het woeste,\ngrillige berglandschap met zijn\nrood-gryze rotsgevaarten, zijn diepe\nsteenschachten en zijn onstuimigen\ngroei van boom en struik, en de\nmenschen, ruw en ruig als hun rotsen\nen voortgroeiend ongetemd en\nonbeteugeld als was er niets buiten\nhen en als vulden zij de geheele wereld,\nheeft men uit die eerste hoofd»\nstukken reeds kunnen zien. Het\noverige gedeelte bevat zeker niets\nwat in kracht van voorstelling daarboven\ngaat, maar het geeft ons de\nboeiende beschrijving van Catherine\'s\naangroeienden hartstocht voor\nden vreemde, die ten slotte een\nvreemde voor haar blijft, en voltooit\nhet verhaal tot een werk van\nconscientie, waarin met groote eerlijkheid\nwordt weergegeven zoowel\nwat de schrijfster van de buitenzijde\nheeft gezien als wat zij onder\nde havelooze plunje van deze steenkloppersdochter\nen van hare gehuchtgenooten\nheeft meenen waar\nte nemen.\nHet genot van de lezing wordt\nenkel gestoord door een telkens\nterugkeerende gewilde woordvorming\nals „schrikgestoken", „beefhandend",\n, verwachting-overtroffen",\nOp enkele plaatsen blijkt\nbovendien dat de schrijfster, die in\nde beschrijving en karakter-ontleding\nzulk een kracht weet te ontwikkelen,\nlicht uit den toon valt\nwanneer zij hare personen sprekende\nwil doen optreden. Met het oog\ndaarop zij haar herhaalde waarneming\nen ernstige oefening aanbevolen.”\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))']
|