Notes |
["Journalist: M.\n\n[p.163]\n“Lizzie Leigh en andere verhalen, door de schrijf sier\nvan Mary Barton. Uit het Engelsch. Sneek, van\nDruten en Bleeher. 1857.\n\nBrieven uit de Kostschool. Vrij gevolgd naar het\nEngelsch van Hor ace Mayhew, door L. O. Cnopius.\nHaarlem, C. Zwaardemaker. 1858.\n\nAlweer een paar van die vertalingen uit het Engelsch, die ons\nzeker nooit onder de oogen zouden gekonten zijn wanneer de uitgevers\nze ons niet ter aankondiging hadden gezonden, maar die ook\neven goed onvertaald hadden kunnen blijven, zonder eenig verlfes\nvoor ons Nederlandsch publiek. Wat Lizzie Leigh betreft, dit is\ndan nog het beste van de vijf onbeduidende verhalen die dit boek\nuitmaken, hoev^l het toch eigenlijk ook alweer zoo laf en lam en\nonwaarschijnlijk is, dat men den moed van schrijver en vertaler bewonderen\nmoet, om zulke doellooze vertellingen letter voor letter op het\npapier te brengen.\n164: BIBLIOGRAPHISCH ALBUM.\nIets beter zijn dan nóg die Brieven uit de kostschool, maar welk\nnut ze zullen stichten, is ons ook een raadsel. De vertaler heeft den\nEngelschen tekst vrij gevolgd, zoo lezen wij op den titel, maar verbeterd\nheeft hij de zaak daardoor niet. Want nu hebben wij Engelsche\nmenschen voor ons in een Hollandsen kleed gestoken *'*t geen\ntot allerlei ongerijmdheden aanleiding geeft. Er blijft altijd sprake\nvan Mrs. (de verkorting in het Engelsch voor Mistress) Portland,\neen titel die geen enkel Hollander begrijpt tenzij hij Engelsch kent,\nen die hebben geene vertaling van het boek noodig; meisjes spreken\nvan naar Australië te gaan, eene manie in Engeland, maar die\ngeheel onbekend is in Holland; ja, de aardigheden van St. Valentine's\nday worden in het breede medegedeeld, maar wij vreezen geheel\nonnut voor de meeste der Nederlandsche lezers. En dan opent\nhet tooneel in een confituurwinkel, volkomen juist geteekend voor\nEngeland, maar dwaas voor Nederland. Zelfs in het overbrengen\nder Nederduitsche toestanden komen dwaasheden voor; zoo is de\nvader der schrijfster een Notaris te Amsterdam, die in de Kerkstraat\nwoont!\nEen van beiden, de heer Cnopius hajj het boek moeten vertalen\nen niets veranderen, of hij had de veranderingen niet zoo gebrekkig\nmoeten maken. Soms is de stijl vrij los, maar soms ook weer zoo\nstijf, dat de stadhuiswoorden van den vertaler al eene zeer zonderlinge\nvertooning maken in den mond van een nufje, dat anders nog\nal aardig schrijft. Maar de geheele toon is hier te lande niet t'huis,\nen al zulke vertalingen zijn daarom eigenlijk niets waard. Wij\nbeklagen de leden van menig leesgezelschap ten onzent, die door\nde uitgevers met een stapel van zulk laf buitenlandsch goed worden\nopgescheept. Maar wij schamen ons ook, dat ons publiek zulk gebeuzel\nnog lezen wil en nog lezen kan.\nWat zeer goed, ja het beste van het boek is, dat is de uitgaaf.\nAlleraardigst is de omslag en net is de druk. Daarin is waarlijk\nveel vooruitgang, 't Doet den uitgever eer aan.”\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))"]
|