Notes |
['in A.J. Berman, Landjuweel, proza en poëzie. Amsterdam, 1878, dl. I, p. 58-103; herdrukt in LFK X 46-86 (Praamstra GV 434)\n\n"Minnezangen in proza wenscht men het viertal kleine romans te noemen, waarmede, nu weldra veertig jaren geleden, Jufvrouw Hasebroek kort achter elkander voor het nederlandsch publiek optrad, en waar sedert door haar geen vervolg op geleverd werd. Erotisch ondicht, gevloeid uit de pen eener gereformeerd-geloovige jonge vrouw, vormen die verhalen een belangwekkend onderdeel onzer litteratuur van dien tijd. Uit dat oogpunt ten minste beschouwt men ze thans bij voorkeur; maar niet daaruit alleen. Merkwaardig is ook het kontrast dat zij aanbieden, vergeleken bij de nederlandsche dames-romans eener latere periode.\nGelegenheid om op dit verschijnsel de aandacht te vestigen vind ik in het goed vertrouwen van een uitgever onzer dagen, die het herdrukken der romans van Jufvrouw Hasebroek blijkbaar als eene aanbeveling beschouwt. En waarom zou hij niet? Geen dezer novellen munt door kunstige zamenstelling uit. Altegader verraden zij eene ongeoefende hand. Maar in allen zit karakter; en het nu opkomend geslacht kan slechts winnen bij de kennismaking.\n[...]\nVrouwelijk verzet, vrouwelijke zelfstandigheid, vrouwelijke kracht, zijn de onveranderlijke thema\'s waarop zij variatien dichten. Jufvrouw Hasebroek\'s denkbeelden werden aan Jean Paul, aan Lamartine, aan Byron ontleend, en bewust of onbewust heeft haar stijl zich gevormd in de school van Van der Palm.\n[...]\nDe nederlandsche dames-roman is eene bijna slaafsche navolging van engelsche modellen geworden, met Stuart Mill\'s verhandeling over het onderdrukken der vrouw tot achtergrond.\n[...]\nTe Laat, breedere uitwerking van de reeds in 1836 op het papier gebragte herinnering Marie, is de geschiedenis van een edelaardig, hemelsgezind jong meisje, tenger, blaauwoogig en blond, dat, ten gevolge eener teleurstelling in de liefde, de tering krijgt en sterft. \n[...]\nIndien de romans, die ons bezighouden, eene dagteekening in onze nieuwere litteratuur-geschiedenis vertegenwoordigen, het is niet zoozeer omdat Jufvrouw Hasebroek eene menschkundige opmerkster is en bijwijlen buitengewoon goed schrijft, maar omdat zij van eene bepaalde fase in den hartstogt der liefde een voorwerp van studie gemaakt, en aan de behandeling van dat onderwerp hare beste krachten gewijd heeft. In één woord, omdat zij de schrijfster van Te Laat is.\nTe Laat is geenszins haar meesterstuk. Een gemengd publiek moet aan Elize, de meeste letterkundigen zullen aan Twee Vrouwen de voorkeur geven. Om Te Laat goed te begrijpen heeft men dikwijls de hulp, ook der Bedevaartgangers noodig. Niettemin ligt in Te Laat de kiem van Jufvrouw Hasebroek\'s geheele theorie, en heeft zij, op het titelblad van al hare volgende verhalen, teregt zich naar haar eersteling genoemd.\n[...]\n\n\nstandardizingsept12AsK\nJudgment/evaluation :\n-\tNegative about work: "Te Laat is geenszins haar meesterstuk."\n-\t"... BUT ...": "Niettemin ligt in Te Laat de kiem van Jufvrouw Hasebroek\'s geheele theorie, en heeft zij, op het titelblad van al hare volgende verhalen, teregt zich naar haar eersteling genoemd."\n\nTaking the author seriously :\n-\tReference to reputation acquired: "Gelegenheid om op dit verschijnsel de aandacht te vestigen vind ik in het goed vertrouwen van een uitgever onzer dagen, die het herdrukken der romans van Jufvrouw Hasebroek blijkbaar als eene aanbeveling beschouwt."\n\nComparisons to/mentions of male authors : \n-\tIn negative sense (for this author : "met Stuart Mill\'s verhandeling over het onderdrukken der vrouw tot achtergrond"\n\nComparisons to other countries: \n-\tIn negative sense (for this author): "De nederlandsche dames-roman is eene bijna slaafsche navolging van engelsche modellen geworden, met Stuart Mill\'s verhandeling over het onderdrukken der vrouw tot achtergrond."\n\nCBH']
|