*Art. in Vaderlandsche Letteroefeningen ARTICLE

Title *Art. in Vaderlandsche Letteroefeningen
Is same as work *Art. in Vaderlandsche Letteroefeningen
Author Unknown journalist (to be identified)
Reference
Place
Date 1849
Quotation
Type ARTICLE
VIAF
Notes ['" Almanak [...] die zijn 29e jaar beleeft. Mejufvr. Toussaint, onder wier redactie deze bevallige Almanak thans is verschenen, laat zich op bescheiden en gepaste wijze uit in het voorberigt over \'t geen zij er nu aan deed en verder aan hoopt te doen..."\n\nsp\n\nHOoms (link + codes) XEX 37; \n\n\nAlmanak voor het Schoone en Goede. Te Amsterdam, bij G.J.A. Beijerinck. f 1-80,\n\ndie zijn 29e jaar beleeft. Mejufvr. toussaint, onder wier redactie deze bevallige Almanak thans is verschenen, laat zich op bescheidene en gepaste wijze uit in het voorberigt over \'t geen zij er nu aan deed en verder aan hoopt te doen; over den geest, waarin het sints lang bekende en geaccrediteerde Jaarboekje door hare bezorging zal verschijnen: liefelijke toonen zonder zoetelijke onbeduidendheden, nevens degelijke ernst, waarin de Dames eene hoogachting mogen zien, die voor te laag stellen veiligt.’ Zij zelve kleedt schrandere denkbeelden over het punt der vrouwelijke verstandsontwikkeling in het kleed eener novelle, van welke het tooneel in de haute-volée is, en toont er de fijne opmerking, die men van eene zoo begaafde Schrijfster en zoo gelukkig ontwikkelde vrouw mag wachten XEX. De zaak die zij in op Zuiderhoef ter sprake brengt is zulks waardig, en behoort, bij het onnatuurlijke, overdrevene, eenzijdige der tegenwoordige opvoeding en levenswijze van vele jonge dames, tot de levensvragen voor den beschaafden stand. Een zeer lief plaatje tegenover den titel heeft op dit verhaal betrekking. Ds. van schaik toont in het sterfbed van Joapikkien zijn talent van boerenwoningen schilderen, en Mr. h.j. koenen geeft in eenige trekken van levenswijsheid van den vooral als geschiedschrijver bekenden j. von muller erntfeste deftigheid. Tot het poëtische gedeelte droegen verschillende meer en minder bekende dichters het hunne bij. Da costa schenkt steviger dan bloemzoete poëzij in eene legende uit Palestina, ten tijde der kruistogten. Heije, van den bergh en de génestet zulke lieve stukjes als men doorgaans van hen ontvangt: wijsman en van zeggelen zijn ook trouwe en gunstig bekende comparanten. Lijsje op het plaatje ziet er niet zeer bekoorlijk en eerder als eene veertigster uit. De geestenstem van den met lof bekenden de bull verraadt goeden aanleg en zuivere smaak. Mr. schuller laat\n\t\n[p. 38]\n\t\n\neene vertaling lezen van Servische volksliederen; wij zien er uit, dat de poëzij onder alle hemelstreken tiert, en dat de maat van het oorspronkelijke behouden is, verontschuldigd eenigermate sommige harde uitdrukkingen. Van van lennep ontvangen wij lachverwekkende luim in een gedicht: de vader aan zijn eenig zoontje. Van clavareau naar gewoonte een fransch versje, ditmaal eene navolging van eene vertaling uit het Deensch, naar ten kate. Van den laatsten mede een paar bijdragen, waaronder christus in de natuur uitmunt door zonderlinge plaatsen. Het gronddenkbeeld van het gedicht is: hoe onze Heer de natuur beschouwde en in haar verkeerde. Indien:\n \nHeel de verte was zijn huis,\n \nWas zijn vrijstad, was zijn tempel,\n \nWas zijn burcht en hemeldrempel,\n \nWas zijn stille bedekluis\n\nmoet beteekenen, dat jezus de vrije natuur (heel de verte) tot de plaats zijner stille gemeenschapsoefening met den Vader koos, is dat zeer zonderling uitgedrukt, en de naam bedekluis voor den tempel der natuur al even min gepast, als die van een donker kamerkijn lager voor Gethsemane. Verder nog een stukje van tollens in zijn besten, huiselijken trant.\n(dbnl)']
In this reception

No persons found

Via received works
Almanak voor het Schoone en Goede Anna Louisa Geertruida Toussaint