| Notes |
['positivecomment; article on dutch translation\n\nFanny Belton, een meisje van goede beginselen, een gezond verstand en uitstekende geleerdheid, verliest haar vader, een oude arme en brave dorpsprediker in Engeland, door een schrik, de oude grijsaard aangejaagd, door die zekere Branville, een valse en wellustige Baron, zijn teder beminde Fanny weggevoerd had. Fanny komt echter ongeschonden uit de klauwen van dat roofdier; en, na de dood van haar vader, verleent haar trotse en rijke tante haar inwoning. In dit verblijf verbitteren dagelijkse beschimpingen, zo van haar tante als haar twee nichten, over haar liefde tot de letteren, haar leven: ondertussen breekt zekere baron Charles in de nabuurschap van Grimstonhouse, het landgoed harer tante, zijn arm en been, en wordt op het landgoed zeer vriendelijk ontvangen en bejegend, met oogmerk, gelijk het welras blijkt, dat hij op een der dochters zal verlieven: dit valt echter niet zo uit; maar de bevallige Fanny heeft veel meer aantrekkelijkheid in de ogen van Graaf Charles. Dit blijft niet lang verborgen voor de tante noch derzelver dochters, en heeft tengevolge, dat zij zeer onverwacht van het landgoed naar Londen gezonden wordt. Op deze reis bejegent haar een ontmoeting van struikrovers, die haar al haar geld, op een schelling na, afnemen, en in het eerste logement, waar zij haar intrek neemt, vindt zij zich genoodzaakt reeds een harer klederen te verkopen.\nDit stukje is zeer aangenaam en onderhoudend, en zoverre wij, uit dit deeltje, kunnen oordelen, is het karaktermatige zeer wel bewaard. Alléén dunkt ons het herhaald tellen van het gevonden geld in de Herberg enigszins onnatuurlijk in een meisje zo schrander als Fanny, vooral, daar er zeer gemakkelijk een ander middel te verzinnen ware geweest, om het geld van deze jonge juffer voor den dag te doen komen.']
|