*Art. about Teding van B. in De Gids ARTICLE

Title *Art. about Teding van B. in De Gids
Is same as work *Art. about Teding van B. in De Gids
Author Marie Henriëtte Koorders - Boeke
Reference
Place
Date 1875
Quotation
Type ARTICLE
VIAF
Notes ['also comment on the translator\n\n[p.534]\n"Verdacht maar gerechtvaardigd, oj Thorpe Regis en zijne\nbewoners. Een verhaal, uit hel Engelsch van Miss F. M.Peard,\ndoor Mevr. Teding van Berkhout. Sneek, J. F. van Druten."\n\n[p.537]\n"En nu eindelijk n°. III, met dien omslachtigen, onmogelijken, op\nzich zelf een geheelen mondvol vormenden titel.\nIk denk dat het komt omdat het met een zeer welgelukte beschrijving\nvan een dorpsdiligence begint, maar aan een dorpsdiligence moest\nik het heele boek door denken. In gedachten zag ik de passagiers\nuit dat voorwereldlijk vervoermiddel den overjas losknoopen, den hoed\ntegen een pet of kalotje verwisselen, de voeten in het muffe stroo te-\n, rechtschikken, elkaar de snuifdoos of het "lodderijndoosje" toesteken,\nen met een "mooi weertje van daag" aanspreken, om daarop alle\nmogelijke en onmogelijke onderwerpen uit te putten, met de breedvoerigheid\nvan den kruidenier uit mijn kinderjaren die, naar aanleiding\nvan een bal door een glasruit, meen ik, zeide: "mevrouw, ik\nzal u het koerakter van mijn zoon eens uiteenzetten."\nGeheel ongelijk aan den vluchtigen groet, of de volslagen onverschilligheid\nvoor al wat den medepassagier aangaat, waarmede\nreizigers per snuivend stoomros in en uit den wagen springen, en\nonafzienbare afstanden afleggen, wellicht ieder voor zich de diepzinnigste\nlevensproblemen uitwerkend, of, in deze kurry-eoxiw, de telegraaf\nnog van gemis aan snelheid betichtend, nemen hier de gemoedelijk\nvoortsjokkende luidjes de gemoedelijkste notitie van elkander.\nEen heerlijk boek voor menschen met zwakke zenuwen. Hier\nniets verrassends, niets schokkends, niets geheimzinnigs; even als in\nden titel reeds "gerechtvaardigd" onmiddellijk op "verdacht" volgt,\nzoo wordt ook hier niets in het midden gelaten. Men behoeft niet\nte raden, niet tusschen de regels te lezen; zooals weleer een kinderjufvrouw\nhet meer duidelijk dan gekuischt uitdrukte: alles is gekauwd,\nmen behoeft maar te slikken.\n\n[p. 538]\nEveneens een scherp contrast vormende met een boek dat mij\nhoog ligt, omdat ik mij deze laatste maanden er voortdurend mee\nbezig hield *, een boek waarin de verrassendste tooneelen elkaar met\nde snelheid eener kaleidoskoop opvolgen, terwijl daarentegen geen\nwoord verspild wordt aan karakterbeschrijving, omdat al de personen\nhandelend optreden, en men iemands houding kan raden of\nverklaren uit zijn vorige daden, — laten hier de menschen zelf ons\ntamelijk in het onzekere, maar worden alle denkbare roerselen hunner\nmogelijke handelingen met angstvallige nauwkeurigheid op een\ngoudschaaltje gewogen. • \'\nMaar, om tot den diligence-indruk terug te keeren : wat verder\nnog, thans aan verscheiden dergelijke voertuigen te gelijk, herinnert,\ndat is de taal die de mensohen spreken; nu waant men een Brabander,\ndan een Gelderschman, nu een Fries, dan een Haarlemmerdijksch-\nAmsterdammer te hooren. Want, zonderling genoeg,\nhoewel al die menschen uit een en hetzelfde dorp komen, bedienen\nzij zich van een mengeling van al die dialecten.\n. Maar hierbij moet ik stil staan, want nu heb ik een geschikte\naanleiding om het tnijne te zeggen over een der grootste struikelblokken\nbij alle vertalingen uit het Engelsch, alsmede bij oorspronkelijke\nromans: de moeielijkheid namelijk om de Hollaudsche volksklasse sprekend\nin te voeren. Iedor die een eenigszins geoefend oor voor het\nEngelsch heeft, weet hoe daar de fijnste nuances van stand en ontwikkeling\nkunnen worden weergegeven,- b. v. door de wijze waarop\nde letter h. gebruikt wordt, door de vervoeging der werkwoorden,\nde vorming van den vergrootenden en overtreffenden trap; ja zelfs\nvan het meervoud, en de wijze waarop men ineerlettergrepige of\nuitheemsche woorden radbraakt. Bijna zonder de plaatjes te zien,\nkan men, aan de onderschriften uit Punch b. v., merken, wie het\nwoord voert, een "John Thomas" of een "kitehendrudge" een\n"shopman" of een "cabman." En al die zachte tinten, die nauw\nmerkbare overgangen zijn het, die de schilderij zoo gelijkend, zoo\nnaar het leven geteekend maken.\nEn wat hebben wij Hollanders, — waar zelfs een Multatuli te\nvergeefs beproefde een schrrjf-spreektaal te scheppen, en waar men\nmaar probeeren moet Cremers geurig Geldersch dorpsextract in\n1 The Fair God, A tale from the Congvest of Meso\'wo, by Lewis Wallace.\n\n[p.539] \nandere fleschjes over te gieten, ten einde eensklaps al het fijne aroma\nte zien vervliegen, daar tegenover te stellen? Wij kunnen toch\nniet allemaal Geldersch spreken; en hoe weinig dorpsdialecten door\nden bank voldoen, dat bewezen het best de schrijvers van Hollandsche\ndorpsverhalen die den eehigen Cremer trachtten na te bootsen.\nEn ons overigen? Een enkele maal gelukt het ons dolle termen\nuit den mond van het volk zelf op te teekenen, zooals van de\nweggejaagde dienstbode, die haar latafel zou komen halen als het\nhaar "converseerde", af van de nieuwbakken jufvrouw die, bij twijfelachtig\nweer, altijd haar "quant-a-moi-tje" meenam; en wie een zeeman\nschetst die kan in volkstermen grasduinen; maar wie hier het\ngewone "volk" in zijn gewonen, dagelijkschen spreektrant opvoeren\nwil, wat rest dien? Wat, behalve het ondragelijke jij, jou en jullie,\neen rijkdom van vloeken "au naturel et en robe de cliambre", en\nverder woorden die geen latsoenlijk man, behalve misschien meneer\nFloris van Westervoorde, geen fatsoenlijke vrouw althans, zou durven\nneerschrijven, zelfs niet met vergoelijkende titteltjes.\nIndien dus mevrouw T. v. B., om het al te natuurlijke te vermijden,\ngestrand is op de klip van het onnatuurlijke, dan heeft z^j\nzich alleen een weinig meer dan anderen aan Scylla gestooten waar\nzij Charybdis trachtte te ontzeilen.\nEn overigens is haar vertaling verre van onverdienstelijk, even\nals ook het boek zelf groóte lichtpunten heeft; lieve opmerkingen,\naardige tafereeltjes en een onberispelijke strekking.\nIndien men dus met den besten wil ter wereld niet over Miss\nPeard\'s pennevrucht (wie had ooit van Miss Peard gehoord?) in\ngeestdrift kan geraken, geen mensch zal er zich aan stooten, of er\neen onvertogen woord uit kunnen halen. En dat is althans iets.\nHaarlem, 2 Nov. H. K. B."\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))']
In this reception

No persons found

Via received works
Verdacht maar gerechtvaardigd, of Thorpe Regis en zijne bewoners Charlezia Petronella Teding van Berkhout - Chappuis
Thorpe Regis Frances Mary Peard