Notes |
['via T. Streng: Gechapen om te scheppen, p.100, p.17\n\nIn de Recensent (1816 I Recensiën p. 187-189) the journalist did not believe the work was written by a woman. "[het is] méér dan geredigeerd, geheel overgewerkt en volmaakt door eenen mannelijken vriend"\n\nMastenbroek reacted sore, asked if female writers like Betje Wolff hadn\'t proved enough that a female can write.\n\nThe journalist then, in a second article, withdraw his critics a little (1816 I Recensiën p.381-386). He says he only was surprised that a debutant can deliver such a perfect work.\n(JWS, via Streng)\n\nThe journalist also wishes: "en zij kan, zij zal wellicht eens worden, wat wij zoo vurig wenschten te bezitten: eene echt Nederlandsche schrijfster, in wie de roem herleeft onzer Van Merkens, Wolffs, Dekens, enz.".\n(SP, july 2005. Via scriptie Tirza van de Burgt n.a.v. College \'Receptie van vrouwelijke auteurs uit de zeventiende en achttiende eeuw in de achttiende en negentiende eeuw\' door Lia van Gemert, 1996.)']
|