*Art. in De Gids ARTICLE

Title *Art. in De Gids
Is same as work *Art. in De Gids
Author Jeanne van Schaik - Willing
Reference
Place
Date 1929
Quotation
Type ARTICLE
VIAF
Notes ['[p.93]\nAls in den avond de kleuren dooven en de lucht is teeder,\nwanneer het lachen en de muziek op de terrascaf é\'s is verstomd,\nmoet ik aan Willa Cather denken als aan een stille, eenzame\nvrouwefiguur, geïsoleerd door een eigen gracielijke broosheid,\ndie staat te leunen tegen de ijzeren omrastering van den\nstrandboulevard, een rank, maar geestig silhouet tegen den\nontluisterden hemel. Ja, een silhouet, zoo anders dan\nde volle gedaantes der vrouwen, die bij mij aan de cafétafeltjes\nzitten, edeler misschien en stiller, meer hoorend\nbij de kwijnende lucht dan bij de menschen achter hunne\nsorbetglazen. Doch dan, als ik voorzichtig nader en kijk\nonder den rand van haren zwart-vilten hoed, zie ik in \'t\ngezicht, in de oogen, opnieuw de volledige wereld gespiegeld,\ndie ik zooeven waande achter te laten, maar geheven tot een\ninniger, geheimzinnig plan.\nZoo is voor mij de Willa Cather, die ons tegemoet komt\nuit haar werk, als een dier zeldzame wezens, die parels kunnen\ndragen, als een betooverde hinde, als een alle geluid overstemmende\nstilte, als maanlicht op klaarlichten dag. Haar\nziel is diep en grillig met onverwachte kristallisaties en\nzij zelf is het die ons een inblik gunt door de vrouweportretten,\ndie zij geschapen heeft in de twee juweelen van boekjes, die\nze ons tusschen veel ander werk geschonken heeft, „My\nmortal Enemy1) en „A Lost Lady"2).\nEr is verwantschap in deze vrouw met zekere gewassen,\nmet natuurformaties, misschien wel omdat haar eigen wezen\nzooals zij \'t ons zelf laat zien, ook niet veel anders is dan zoo\n>) My mortal Enemy door Willa Cather. Alfred A. Knopf. New York.\n1926.\n») A Lost Lady door Willa Cather. Grosset X Dunlojo. New York 1923.\n\n[p.94]\n\'n natuurformatie, onbesmet door conventioneele eigenschappen,\ndie we gewend zijn vrouwen toe te dichten. Daarom wellicht\nzijn haar natuurbeschrijvingen zoo zuiver. Er is iets\nluisterends in haar stem alsof ze de echo opvangt van haar\neigen wezen. De verre landschappen, die ze beschrijft, zijn\nals weerspiegeld in een helder meer en weer is dat meer hare\nziel. Ik zou voort kunnen gaan met haar natuur in vergelijkingen\nte teekenen en altijd zullen de dingen, waarmee zij vergeleken\nwordt, symbolen zijn van al wat klaar en ijlenlimpide\nis, water, bergkristal, klank of licht. Willa Cather heeft in\nNieuw-Mexico gewoond, het land, dat historisch en geografisch\nbij Mexico hoort en pas in 1848 bij de Vereenigde Staten\nis getrokken. In „The professor\'s House1) begint zij te vertellen\nvan dit land van vermummifieerde beschavingen. De\neindelooze rood-poeierige vlakten zonderde minste landschapsteekening,\ndoorvoord van diepe kloven, met zijn rotscitadellen,\nbar en angstwekkend als forteressen uit een reuzenwereld, die\nverging. Mesa\'s heeten ze en boven elke Mesa druilt onaflaatbaar\nals een schaduw tegen den overigens strakken hemel\neen stapeling van wolken waardoor zonlicht heensplijt of waardoor\nbliksems jagen in rusteloozen overgang van uur tot uur.\nEn boven op deze Mesa\'s, gesteld dat de oude, in \'t gesteente\nuitgehouwen trap in stand gebleven is en ge de gevaartes\nbestijgen kunt, de prangende schrik van vergane werelden,\nhuizen, kerken, een waterput, vergeten huisraad. Op sommige\nvan deze rotsen, zonder eenigen plantengroei als ze veelal zijn,\nvertegenwoordigen ratelslangen het eenige leven, op anderen\nhuizen nog menschen, Indianenstammen, die daar veiligheid\ntegen uitroeiing hebben gezocht, zelfs zijn er waar grootsche\nkerken sluimeren en spreken van geloofsijver en machtsbewustzijn\nvan missionarissen die\'t eerst deze gebieden gekerstend\nhebben. Want Nieuw-Mexico werd in 1528 voor de kerk ontdekt\nmaar pas in 1598 slaagden de pogingen, het katholicisme\nonder de bevolking ingang te doen vinden. Toch zijn de\nschaarsche bewoners, die uit Indianen en Spanjaarden bestaan,\nvan nature vroom. Maar de verkeerstoestanden zijn\nuitermate slecht. Wegen bestaan er niet. Communicatie\ntusschen de gehuchten is uitgesloten. In de dorpjes, die verrijzen,\nwaar een onverwachtsche bergstroom een strook vrucht-\n>) The professor\'s house door Willa Cather. Leipzig Tauchnitz, 1926.\n[p.95]\nbaarheid heeft gebracht, leven de bewoners van de producten\nder eigen vallei. Maar ze zijn katholiek. Een verwilderd\nkatholicisme, dat van vader op zoon is overgegaan zonder\ngeestelijke leiding; waar de kinderen niet worden gedoopt en\nde huwelijken niet ingezegend omdat geen geestelijke bereikbaar\nwas. In de grootere steden zwaaien priesters den\nscepter die, ook weer door den afstand, van controle hunner\nkerkelijke superieuren zijn afgesneden. Ze gedragen zich als\ngrand-seigneurs, leven in openlijk concubinaat, hebben\ntegenover de argelooze bevolking de houding van een leenheer.\nZoo was de toestand toen in 1848 Nieuw-Mexico bij de\nVereenigde Staten getrokken werd, een politieke verandering,\ndie ook reorganisatie van de kerkelijke indeeling met zich\nmeebracht en bij deze gelegenheid drongen de misstanden\nvan dit rijk tot Rome door. De thans volgende gebeurtenissen\nvormen het motief van het boek van Willa Cather.\nZij beschrijft hoe twee Fransche geestelijken, Jean Marie\nLatour en Joseph Vaillant als bisschop en vicaris naar Mexico\ngezonden worden om den toestand in \'t reine te brengen. Het\nboek is niet anders dan een kroniek van de lotgevallen dezer\nbeide geestelijken, een beschrijving van de merkwaardige toestanden,\ndie zij vinden van het land, de bevolking, van de\nIndiaansche legenden, die in die streken leven en niet het minst\nvan de beide priesterfiguren zelf. Ik had bij mijn bespreking\nvan het werk van Fannie Hurst de gelegenheid de aandacht te\nvestigen op hare virtuositeit, de zwierige kunstvaardigheid,\nwaarmee zij in haast goddelooze nonchalance, menschen,\ninterieurs, stemmingen schept. Willa Cather heeft niets\nvan deze geste. Zelfs ken ik weinig auteurs, die zoo verkleumd\nen armzalig voortstuntelen, wanneer de inspiratie\nontbreekt, maar wanneer de bezieling over haar vaardig is geworden,\nontbloeit er iets anders in haar, waar schitterende en geniale\nbelletristen als Fannie Hurst niet aan kunnen tippen. Haar\nvertelkunst is devoot, heeft die strakke op het innerlijk geconcentreerde\naandacht, die wij kennen uit de Primitieven. Fannie\nHurst weet met drie houtskoollijnen en een toets karmijn bij den\nmond in een vloek en een zucht een pathetische teekening op\nhet papier te kletsen. Willa Cather vult haar blad met de\nfijne, nobele pennestreeken, die op zichzelf reeds het edele\n\n[p.96]\nbewegen eenervoorzichtige pols verraden.Zezoektgeen effecten\ndie niet diep verantwoord zijn, ze heeft een sérafieke onverschilligheid\nvoor de publieke opinie, schaamt zich niet voor\nhet eenvoudige, pretentielooze woord, kent geen branie, verkiest\nkleurloosheid boven valsch vertoon en wint met deze\nstrikte gehoorzaamheid aan een straf artistiek geweten twee\ndingen, namelijk zuiverheid en waarheid. Zuiver en waar zijn\nde figuurtjes der beide priesters, die op hun witte muildieren\ndraven door de barre woestenij. Ze zijn geteekend met den\nernstigen eenvoud, waarmee vrome monniken hunne heiligenlegenden\nbehoedzaam vertellen en omdat het leven dezer beide\nmannen zoo bijzonder is en de wereld, waar zij werken, verbijsterend\nongewoon, voelt de lezer zich als uit het lood geslagen\nomdat hij simpelweg en onvoorbereid deze wonderbaarlijke\ngebieden is binnengevoerd. „Kan het waar zijn?" vraagt hij\nwanneer hij van deze vreemde avonturen in den schaduw van\neen woeker-katholicisme is bekomen en in dit verband interesseert\nhet misschien te weten hoe de Roomsche pers op dit\nboek gereageerd heeft. In Boekenschouw van 15 Sept. heeft\nEllen Russe een uitvoerig waardeerend artikel over het\nboek geschreven; daaruit leeren we dat de feiten door Willa\nCather beschreven niet worden ontkend. Slechts wordt haar\nverweten dat zij het verval van het geestelijke leven teveel\naan de geestelijken wijt en met geen enkel woord rept over\nstaatkundige inmenging en verzet. Bovendien wordt het\nde schrijfster ten zeerste kwalijk genomen dat zij als katholieke\nthans de verregaande ontaarding van het katholicisme\nin die gebieden wereldkundig maakt. Zou dat bij voorstanders\nvan het Calles-Obregon régime niet de gedachte sterken: „Zie\nje nu wel wat voor een treurige toestand het eigenlijk was\nonder de katholieken van Mexico!" (aanhaling uit Ellen\nRusse.) Een doorslaander bewijs voor de geloofwaardigheid van\nWilla Cather kunnen wij niet verlangen."\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))']
In this reception

No persons found

Via received works
Death comes for the archbishop Willa Sibert Cather